Uitsmijter van het jaar; geluidsheld Olivier Rekers!!!

IN THE BEGINNINGS met deze maand het Ervaren Talent geluidsman Olivier Rekers.

Olivier Rekers (1982) is sinds 2007 actief als freelance geluidsman voor film. Zijn universitaire opleidingen, Biologie en Psychobiologie heeft hij inmiddels achter zich gelaten. Wat als een hobby begon is inmiddels een bloeiende carrière geworden.  Olivier richt zich zowel op setgeluid, als postproductie/sounddesign  (fictie, documentaires en commercieel). Hij werkte o.a. voor de NPO, RTL, Disney/Fox en Netflix. En commercieel gezien ook voor o.a. Coolblue, ABN Amro en Aegon.

 – Welke hulp was voor jou cruciaal voor je carrière?

In het begin heeft mijn vriend Jur Oster geholpen, ik zie hem als een broertje. Specifiek in deze branche heeft hij mijn eerste klussen bezorgd. Eigenlijk heb ik van mijn hobby mijn werk gemaakt. Jur was destijds cameraman maar ook producent van filmprojecten. Hij wist dat ik in mijn vrije tijd bezig was met het bewerken van geluid en gaf aan dat hij mij wel wilde inzetten. Ik heb mij toen ingeschreven bij de kamer van Koophandel en daar is het eigenlijk allemaal mee begonnen. Wat betreft het leren van dit vak ben ik een persoon die niet snel iets vraagt, maar het liever zelf doet. Het meeste heb ik dus zelf uitgevonden en uitgevogeld.

Mijn carrière heeft ook een sprong gemaakt toen ik mijn vriendin heb ontmoet. Zij is actrice en kent dus het reilen en zeilen op een set. Zij snapt dus goed als ik soms moet overwerken. Als geluidsman wordt er op de set niet altijd rekening gehouden met je omdat je altijd onder de cameraman en de regisseur werkt. En je wordt vaak pas ergens bij gevraagd als een locatie al is gekozen. Dan hoor je bijvoorbeeld op deze locatie allemaal geluiden van vrachtwagens en dan ben ik degene die er achteraf op wordt aangekeken. Dit is wel eens frustrerend en dat kan ik bij mijn vriendin goed ventileren omdat ze in dezelfde sector werkt.

Ook mijn moeder was belangrijk voor mijn carrière. Ik ben blij dat ze niet helemaal overstuur is geworden toen ik met mijn studie ben gestopt. Ze was er niet heel blij mee, maar ze heeft mij niet keihard de wind van voren gegeven. Dit denk ik mede door het feit dat zij zelf ook ondernemer was en haar eigen spoor heeft gekozen. Het ondernemende deel heb ik van mijn moeder meegekregen.

En mijn vader was fotograaf. Misschien dat die creativiteit hierdoor enigszins in mijn genen zit. Ik ben toen ik jong was door hem meegenomen naar filmopnames en hij heeft me een handycam gegeven toen ik een jaar of zeven was. Hierdoor ging ik eigen scripts schrijven en verhalen produceren en daar is het zaadje wel geplant.

– Waar ben je zelf het meest trots op?

Ik heb niet persé een opdracht of een project waar ik trots op ben, ook omdat ik er niet van hou om mijzelf een schouderklopje te geven. Ik vind het wel goed dat ik zonder vooropleiding sta waar ik nu sta en doe wat ik doe. Ik ben klein begonnen, maar inmiddels heb ik voor elke NPO zender, Netflix en ook Amazon gewerkt.

Maar waar ik vooral trots op ben is dat ik nu veel klussen krijg met een maatschappelijke insteek. Ik heb een zegen dat ik goede betaalde klussen doe, waardoor ik ook klussen kan doen voor minder geld, die bijdragen aan de maatschappij.

De filmwereld is erg dichtgetimmerd en bestaat veelal uit witte mannen. Ik ben ook blij dat ik met juist andere filmmakers samenwerk, met andere achtergronden en culturen. Een specifiek project waar ik trots op ben en waar ik twee jaar geleden aan mee  heb gewerkt is de  documentaire: “Portret van een mislukt schrijver”. Deze is gemaakt door Joris Koptod Nioky, net als ik ook een jongen zonder opleiding en dat vond ik heel tof. Deze documentaire heeft op het Nederlands Filmfestival de filmprijs Utrecht gewonnen en daar ben ik best trots op.

– Wat is je grootste les geweest?

Geluid is politiek. Je kunt prachtige spullen hebben, je kunt alles helemaal hebben voorbereid, maar je bent ook afhankelijk van het team. Vroeger dacht ik: “Het is een beroep en je gaat aan de slag, hup je doet je ding!” In de praktijk moet ik met de cameramapersoon of gaffer (lichtpersoon) overleggen wat zij/hij gaat doen. Dat is de grootste les voor mij. Door dit soort uitdagingen is het werk elke keer anders. Ik ben niet alleen mijn trucje aan het doen, maar ik ben aan het managen zodat ik het beste geluid krijg. Dit is ook wat mijn werk leuk maakt, namelijk elke keer de uitdaging aangaan met het team (politiek bedrijven), om te zien wat ik uiteindelijk voor elkaar kan krijgen om de beste opname van het geluid te garanderen.

Bij sounddesign is mijn advies om de tijd te nemen en niet bang te zijn om dingen weg te gooien als het niet werkt. Ik vergelijk sounddesign met verven. Je kunt het zien als een canvas waarop je de smaak maakt van het geluid. Hier moet iets groens. En dan denk je: “Dit is het toch niet”. Dan moet je ook het rode penseel durven te pakken en proberen of dat de juiste keuze is.  Eigenlijk als een muziekstuk componeren we het geluid. Het kan zijn dat een stukje niet goed uitpakt, durf het dan weg te gooien en doe dan bijvoorbeeld het tegenovergestelde waardoor je twee verschillende opties hebt om de beste keuze te maken.

– Wat is je advies aan nieuwe makers?

Geluid is dus politiek bedrijven. Besef dat! Wees chill, wees rustig. En vraag vooral als je iets wilt weten op de set. Films maken is namelijk een team-effort. Een ander advies is om jezelf aan te leren hoe dingen technisch werken. Doe dit door zelf lekker te gaan googelen en bijvoorbeeld via YouTube filmpjes te kijken, zo kun je een hoop leren. Via facebookgroepen zijn er communities voor verschillende onderwerpen in ons vak. Elke dag lees ik of ik kijk een filmpje om zo bij te blijven, maar ook om te leren van de fouten die een ander heeft gemaakt.

En als je net begint, probeer dan zoveel mogelijk ervaring op te doen. Doe bijvoorbeeld mee aan een 48 hour filmproject te gaan doen. Het houdt in dat je binnen 48 uur een film mag maken. Je krijgt een genre, een prop, een zin en het begint met een team van schrijvers. Vanuit het script wordt dan een film gemaakt.  Dit is een goede manier om contacten op te doen in de filmindustrie en zeker ook in de fictie wereld, wat een vrij lastige wereld is om tussen te komen.

– Equs-film herinvesteert haar verdiensten in de maak van korte films om Nieuw Talent een kans geven. Jij doneert vaak je tijd en expertise om anderen te helpen. Waarom vind je teruggeven of helpen belangrijk?

Ik vind het heel belangrijk dat mijn werk ook iets voor de samenleving betekent, in plaats van dat ik alleen mijn brood ermee verdien. Zeker voor beginnende filmmakers, zeker voor iemand met een andere achtergrond, vind ik het zeer belangrijk dat ze geholpen worden.

De filmwereld blijft een gesloten wereld. In deze branche moet je altijd iemand kennen. Om mij heen ken ik veel mensen die prachtige verhalen te vertellen hebben, verhalen die ik niet op tv zie en ook niet in de bioscoop zie verschijnen. Als ik hen help, dan komt er iemand met een ander soort verhaal. Die prijs die wij bijvoorbeeld hebben gekregen bij het Nederlands Filmfestival, daar ben ik trots op, omdat dit een verhaal is met een andere achtergrond en een andere soort manier van vertellen. Ik vind dat er meer van dit soort verhalen moeten komen. Ik hoop er op om de gesloten filmwereld meer te doorbreken.

– Waar ben je momenteel mee bezig?

Ik ben altijd met duizend en 1 dingen tegelijk bezig. Nu tref je mij toevalligerwijs in december aan het einde van dit jaar. Commercieel gezien heb ik het meeste afgerond, er is nog 1 klus voor de NS waar ik mee bezig ben. Daarnaast ga ik een sounddesign doen voor een kinderfilm van Ydwer Bosma.

Ik ben ook bezig met voorbereidingen te treffen voor de film ‘Loverboy Amsterdam’.  Dat wordt een speelfilm in de bioscoop, de producent hiervan is Cyriel Guds. Hij heeft alles zelf gefinancierd en geregeld. Hij heeft eerst een zesdelige serie gemaakt over loverboys en deze serie overal gepitched. Maar hij werd overal afgewezen omdat hij geen film academie heeft gedaan. Ondanks dat deze serie op Youtube heel veel is bekeken, kreeg hij het dus niet voor elkaar om geld vrij te krijgen voor een vervolg. Daarom is hij is een crowdfunding gestart, waarmee hij 25 duizend euro heeft opgehaald. Ook krijgt hij nu geld via gemeentesubsidies. Hij gaat het dus weer helemaal zelf doen. Van deze film ga ik het sounddesign doen.

En ik heb het sounddesign gedaan voor de graphic novel ‘Afscheid’, die gemaakt is door Sam Yazdanpanna. Deze wordt binnenkort gereleased. Het gaat over de vlucht van een Iraanse jongen die veertig jaar gelden naar Amsterdam is gekomen. Hij beschrijft hoe hij via mensenhandelaren mee werd genomen vanuit Iran naar Turkije en uiteindelijk maar Nederland en wat er dan allemaal gebeurt.  Vanuit het Amsterdam Kunst fond is er geld vrijgekomen voor deze graphic novel. Het sounddesign is al helemaal afgerond. Dit heb ik gedaan voor een lager bedrag dan wat ik normaal betaald krijg, maar ik vond dat dit gedaan moest worden vanwege het onderwerp van de film. De maker vond het heel vet geworden, de novel bestond namelijk uit losgeknipte filmpjes en voor de handigheid  heb ik die allemaal aan elkaar geschoven. De maker vond dit zo gaaf dat hij er nu als vervolg ook een bioscoopfilm van gaat maken.

Dan hebben we nog de kettingvraag van DoP Jan van Ooijen voor jou.

Zeer zeker. Om te beginnen de belangrijkste persoon is mijn vriendin Lizelotte van Dijk. Mijn vriendin heeft haar eigen werk als actrice en we hebben samen drie kinderen. Ik ben meestal heel veel aan het werk, maar zij managet het om redelijk fulltime te werken, het huishouden te runnen en alles rondom de kinderen te verzorgen. Dat één iemand dat kan, dat vind ik bizar.

Ook Dennis Overeem en  Dewi Reijs zijn een inspiratie. Zij hebben samen de stichting ‘the buddy film project’. Daarmee helpen ze gevluchte filmmakers uit landen als bijvoorbeeld Syrië en Ethiopië. Als filmmakers moeten vluchten uit hun land, valt hun netwerk grotendeels weg. Zij helpen deze mensen door ze te koppelen aan Nederlandse filmmakers. Dennis en Dewi helpen daarnaast ook in hun privétijd ongelofelijk veel mensen. Dit betreft niet alleen filmzaken, maar ook privé zaken.

En dan hebben we nog een aantal mensen die ik niet onbenoemd wil laten.

Cyriel Guds; dat is de jongen die de film ‘loverboy Amsterdam’ gaat maken. Ik bewonder zijn ambitie en gedrevenheid. Dat vind ik mooi om te zien. Hij werkt erg hard en wanneer de fondsen hem niet willen, besluit hij dat hij het zelf op een andere manier voor elkaar gaat boksen.

Sam Yazdanpanna is een gevestigd filmmaker en werkt ook voor Stichting de Vrolijkheid.  Hij is gevlucht en heeft door het conflict in Iran een behoorlijk trauma opgelopen. Ik vind het daarom erg knap dat hij zich hier heeft opgewerkt en wat hij heeft bereikt in de filmwereld. Ook geeft hij vanuit stichting de Vrolijkheid kinderen in AZC’s een dag invulling. Hij voert hier creatieve projecten uit zoals films en muziek.

Chris Belloni en Antonij Karadzoski; zij werken voor het IQMF filmfestival. Chris heeft dit opgericht. Antonij is een werknemer die superhard werkt. Zij programmeren en ondersteunen o.a. films over homoseksualiteit, transgender en migratie. Zij geven hiermee andere mensen inspiratie. Ook hebben zij een subsidie gekregen van de Nederlandse overheid om op de Balkan Queer projecten te doen. Zij maken hier safe spaces, dit zijn fysieke ruimtes, waar queer mensen zichzelf kunnen zijn. Op straat worden ze misschien in elkaar geslagen, daar kan dat dus niet. Binnen deze safe places programmeren ze films en/of poëzie en geven ze workshops hierin. Kunst is naar mijn mening een manier waarop dit soort kwesties goed neergezet wordt en waardoor de doelgroep goed geholpen wordt.

– En nog de kettingvraag aan Nieuw Talent Ayla van Kessel die de volgende korte film van Equs gaat regisseren. Wat zou je haar willen vragen?

Ik zou graag willen weten waar Ayla haar leukste en meest ontroerende anekdote heeft opgedaan in de filmindustrie? Ik bedoel dan een specifiek voorbeeld wat haar het meest is bijgebleven. Want op de set en in de filmindustrie zijn altijd hele leuke verhalen.