Marieke Oudejans is creatief producent en entertainment consultant in Los Angeles waar ze afstudeerde aan het MFA Producers Program van UCLA. Met haar productiebedrijf Mphasis Productions bedient ze een breed scala aan internationale tv en film cliënten die in de VS komen filmen. Daarnaast ontwikkelt en realiseert ze eigen films en documentaires, en geeft ze zakelijk en inhoudelijk advies aan entertainment professionals met Hollywood ambities.
Als freelance journalist is ze bovendien regelmatig actief als verslaggever, moderator en presentatrice van events. In 2010 richtte ze met het Consulaat in San Francisco de Holland Hollywood Connection op: een netwerkorganisatie voor Nederlandse Entertainment professionals die in of met Amerika werken. In haar eerste loopbaan werkte Marieke als afgestudeerd Politicoloog (UvA) enkele jaren bij (o.a.) de Immigratie- en Naturalisatiedienst, waar “het verhaal” vaak de grondslag vormde voor beslissingen en beleid. De wens belangrijke verhalen een breder platform te geven, stond centraal bij haar eigen beslissing om naar Hollywood te verhuizen.
http://www.mphasisproductions.com/
Je bent creatief producent en entertainment consultant. Wat heeft je doen besluiten in die wereld te stappen?
Ik heb lang op twee gedachten gehinkt. Aan de ene kant trok de film-en toneelwereld mij enorm, aan de andere kant wilde ik graag studeren.
Ik heb vanaf jongs af aan veel tijd in het theater doorgebracht. Mijn moeder is toneelactrice, ik kreeg veel mee van de wereld voor en achter de coulissen. De vonk voor film sloeg over tijdens mijn middelbare school. Toen kreeg ik de kans om twee weken mee te spelen in een Amerikaanse speelfilm van Robert Altman. Deze werd in Nederland opgenomen. Ik was aanvankelijk een van vele figuranten, totdat ik werd gecast als edelfigurant en mee mocht naar de volgende locatie. Daar werd ik als het ware onderdeel van de cast. Zo kreeg ik goed zicht op het hele proces en rechtstreeks contact met de regisseur. Die nodigde me uit om naar de rushes te kijken. Ik denk dat daar de echte liefde voor film is ontstaan.
Maar uiteindelijk ben ik toch ook Internationale Betrekkingen gaan studeren in Amsterdam.
Je bent nu werkzaam in de heilige graal van film: Hollywood! Hoe ben je daar terecht gekomen?
De allereerste aanleiding was mijn bezoek aan het Cannes filmfestival waar de film van Robert Altman zou draaien. Na mijn eindexamen studeerde ik een jaartje in Montpellier. Vandaar ben ik met een studievriend naar Cannes gelift in de hoop de film te kunnen zien. Het was een spontane ingeving, we hadden geen cent en geen verblijfplaats voor ogen. Na een oncomfortabele rit op een varkenstruck stond ik wel binnen een paar uur letterlijk in een cocktailjurkje op een receptie met Isabella Rosselini. De internationale filmwereld leek opeens binnen handbereik.
Drie jaar later ging ik opnieuw, dit keer met een toneelvriendin, weer liftend, nu vanuit Amsterdam. We ontmoetten veel interessante mensen en raakten bevriend met een Amerikaanse producent die ik tien dagen lang de oren van zijn hoofd heb gevraagd over alle zakelijke aspecten van het filmmaken. Hij nodigde me uiteindelijk uit om stage te lopen bij de speelfilm die hij het jaar daarop in LA zou gaan draaien. Dit was allemaal nog tijdens mijn studie Politicologie.
Die periode in LA was een ongelooflijke eenzame maar ook leerzame tijd. Ik werd feitelijk aan mijn lot overgelaten in een kille macho omgeving waar niemand zat te wachten op enige creatieve inbreng van een Hollands meisje. Hoe anders was dat op de UvA! Maar ik hield mijn oren en ogen open, werkte keihard en gaf toch ongevraagd mijn mening waarmee ik gaandeweg een plekje wist te verwerven. Uiteindelijk vonden ze het jammer dat ik weer vertrok. Daar is het gevoel ontstaan dat ik in LA een kans zou hebben als ik ervoor zou gaan.
Na mijn studie werd ik ambtenaar bij de IND in Den Haag. Ik had beslis- en later internationale beleidsfuncties binnen het asieldomein en was altijd met verhalen bezig. Je zou kunnen zeggen dat de liefde voor verhalen de rode draad is in mijn loopbaan. Ik hoorde honderden verhalen van mensen die waren gevlucht uit hun slechte leefsituaties, tot in het diepste detail. Verhalen die het waard zijn om verteld te worden. Naarmate mijn verantwoordelijkheden op het werk toenamen, werd het steeds moeilijker om nog ruimte te vinden voor mijn passie voor film. Uiteindelijk dacht ik ’het is nu of nooit’! Als ik langer wacht ben ik zo gesetteld in Nederland dat ik het niet meer ga doen. Ik heb mijn baan opgezegd en ben gegaan.
Hoe heb je dan daar je weg gevonden?
Het was op zijn minst uitdagend. Je hebt een grote dosis toewijding, overtuiging en drive nodig. Na een lange voorselectie was ik blij verrast om te horen dat ik met elf anderen uit honderden aanmeldingen was uitgekozen voor het MFA Producers Program aan de UCLA School of Theater, Film and Television. Maar nu moest ik nog zien te overleven in een land waar ik niet mocht werken terwijl ik een onbetaalbare studie ging doen. De VandenEnde Foundation bleek bereid mij een beurs te geven gebaseerd op het kaliber van de opleiding en alle stukken die ik ter motivatie en toekomstplanning had aangedragen. Ik vond het ongelooflijk bijzonder dat zij met mij in mijn droom durfden geloven. Ze hebben mij financieel enorm gesteund, maar ook mijn moraal een boost gegeven.
Op een gegeven moment kan er een soort positief domino effect ontstaan. Wanneer had jij het gevoel in beweging te komen?
Dat begon eigenlijk al toen ik werd aangenomen op het Producers Program. Ik kreeg daar les van echte topmensen uit de industrie: de voorzitter van 20th Century Fox, het hoofd Marketing van Dreamworks, Oscar-winning independent producers, de financiële en legal experts van grote filmstudios, agents, managers, distributeurs enzovoort. Er lag een grote nadruk op verhaalontwikkeling en pitchen, we leerden alles over “packaging” en schreven eindeloos “story notes”. We lazen tientallen scripts die we tot op de zin ontrafelden. En we werkten aan echte projecten. Mijn mentor Fred Roos (producent van o.a. alle Coppola films) bood aan samen een speelfilm te produceren. Een niet te omschrijven kans. Ook werd ik geselecteerd voor een stageplek bij de Oscars. Die had ik altijd trouw gevolgd, midden in de nacht voor mijn televisietje in Amsterdam. Nu stond ik zelf vier maanden lang de producenten bij. Dat was een hele bijzondere maar ook rare gewaarwording. Ik moest mezelf regelmatig in de wangen knijpen. Tegelijkertijd begonnen er opdrachten binnen te komen vanuit Nederland. Ik kwam in de fase dat ik parttime mocht gaan werken binnen het vakgebied van mijn studie. Ik ben items gaan aanleveren voor programma’s in Nederland en gaan schrijven voor bladen; vanuit daar ging het stromen.
Inmiddels heb ik een uitgebreid palet aan activiteiten en opdrachtgevers. Hoewel er momenteel veel aanvragen binnenkomen, richt ik me dit jaar ook sterk op eigen projecten: o.a. een documentaire en een project gebaseerd op een pakkend boek waar ik me net aan heb verbonden. Daar ben ik heel enthousiast over.
Je bent ook Voorzitter van de Holland Hollywood Connection. Wat is dat?
De Holland Hollywood Connection heb ik samen met het Consulaat in San Francisco opgericht. Het is een organisatie, inmiddels verzelfstandigd, die Nederlandse entertainment professionals ondersteunt met adviezen en contacten binnen Hollywood. Uit de inhoudelijke events, de netwerkgelegenheden en het mentorprogramma dat we de eerste jaren boden zijn veel mooie kansen en samenwerkingen voortgevloeid.
In dat opzicht is het wel vergelijkbaar met wat Equs doet. Equs is een veel breder platform en richt zich op aankomende filmmakers om zichtbaarheid te geven aan hun talenten. Maar beide initiatieven zijn gericht op het delen van het netwerk om zo in de industrie op gang te kunnen komen.
Denk jij dat de korte film als aparte industrie belangrijk is als springplank voor nieuw talent?
Ja zeker. Je hebt nu veel meer platforms om je werk zelf naar buiten te brengen en internationaal zichtbaar te maken. De korte film leent zich hier uitstekend voor. Denk bijvoorbeeld aan Vimeo waar je als Staff Pick een extra stempel van goedkeuring (en dus veel extra views) kan krijgen. Ik heb zelf een korte docu geproduceerd die is opgenomen in de Op-Docs serie van de New York Times. Zo heb je er opeens een heel groot publiek bij. En dan zijn er nog alle festivals wereldwijd met korte film competities. Korte films zijn bovendien een uitstekende manier om een team op te bouwen waarmee je hopelijk een lange toekomst tegemoet gaat, en het is een goede indicatie van wat je in je mars hebt. Als je in weinig minuten met beperkte middelen een ijzersterk verhaal kan neerzetten, zegt dat veel over jouw kwaliteit als filmmaker.
Wat is je advies voor nieuw talent dat haar/zijn carrière graag internationaal zou willen uitbreiden?
Ga veel leren en ervaringen opdoen. Maak films, en maak deze zichtbaar. Investeer in je internationale netwerk. Volg internationale cursussen en opleidingen. Ik geloof enorm in de kracht van filmschool. Je krijgt niet alleen les, maar je smeedt daar ook je eerste samenwerkingsverbanden, niet alleen met medestudenten maar ook met docenten en mentoren. Ook leer je multidisciplinair te werken en dat is een verrijking voor je vak. Aan UCLA volgden we als producenten de development lessen samen met de scenarioschrijvers waardoor we van meet af aan leerden om samen ideeën en projecten te ontwikkelen. We werkten ook regelmatig samen met de andere disciplines binnen de film- en theaterschool. Mijn eerste projecten ontstonden daar.
Maar het belangrijkste is dat je zelf je kansen moet creëren, deuren moet zoeken en die moet durven open te trappen. Dat past goed bij de mentaliteit van de Amerikanen: je wordt gestimuleerd om te geloven in je gekke dromen. Je hoeft hier niet vanuit nuchterheid te denken.
En dan nog de kettingvraag van Nieuw Talent Ayla van Kessel:
Wat kunnen beginnende filmmakers leren van de ‘up and coming’ in Amerika en de cultuur daar?
Wat zij specifiek van de Amerikanen kunnen leren is om meer kennis te nemen van de zakelijke kant. Ik merk regelmatig dat filmmakers hier met een mooie korte film komen, bijvoorbeeld dankzij een festival selectie, maar dat ze vervolgens niet goed weten hoe ze dat succes kunnen gebruiken om verder te komen. Dit geldt ook voor bijv. scenarioschrijvers, filmcomponisten en acteurs: Hoe maak je je talent zichtbaar? Hoe zorg je ervoor dat je netwerk zich aan jouw project verbindt? Ik heb hier veel acteerlessen gevolgd en daarbij was “the business of acting” altijd een vast onderdeel. Talent is een voorwaarde, maar uiteindelijk is het toch de combinatie van talent en zakelijkheid waarmee je jezelf in de kijker kan spelen.
Volgende maand interviewen we Nieuw Talent en schrijfster Milou Rohde. Wat zou je haar willen vragen?
Milou legt de nadruk op maatschappelijke en onderbelichte verhalen, vaak vanuit de vrouwelijke beleving. Welk verhaal moet in dit verband absoluut nog verteld worden?
En een persoonlijke vraag: Als ze één aspect uit haar eigen leven tot een volgend scenario zou verwerken, welk thema of verhaal zou dat zijn?
Lees meer