Blog

Producer Lisa Ruseler

Lisa is een producer die aan veel verschillende producties heeft gewerkt. Van video- en fotoshoots (in Kaapstad, België en Nederland) tot een kunstfietsroute, podcastproductie, en nu ook haar eerste korte film met Equs.

Ze houdt van de afwisseling en vrijheid die het werken als freelancer met zich meebrengt.

Lisa is een energiek, hard en snel werkend persoon die houdt van organiseren en samenwerken met creatieve mensen. Ze studeerde Kunst & Economie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) waar ze afstudeerde met haar eigen project ‘de Wij.land Inspiratieroute’: een kunstfietsroute waar regeneratieve landbouw, boeren, kunstenaars en burgers samenkomen om na te denken over de toekomst van ons landschap.

Daarna rolde ze in video-, podcast- en fotoproducties met The Village Amsterdam, Every Inch Agency, Dag & Nacht Media/Podimo, Tobias Buijs Films, Cellusion Films en Equs Film. En dit najaar maakt ze samen met Equs haar eerste korte film.

Je hebt de Hogeschool voor de Kunsten (HKU) in Utrecht afgerond. Hoe was de overgang van ‘student’ naar ‘werken’?

Voor mij was het een beetje raar omdat ik ben afgestudeerd tijdens Corona in de lockdown van 2020. Mijn plan was om af te studeren, in een restaurant te gaan werken, veel geld te verdienen en te gaan reizen. Als ik dan terugkwam wilde ik als producer gaan werken en verschillende gebieden verkennen. Maar dat ging natuurlijk allemaal niet door omdat alles gesloten was. Dus ik denk dat ik toen vooral ben gaan zoeken naar wat ik wilde doen. Ik had een achtergrond in productie vanwege mijn stage op school en een vriend van mij die videograaf is vroeg of ik wat productiewerk voor hem wilde doen. Omdat mijn afstudeerproject een interdisciplinair project met boeren en verschillende kunstenaars was, wist ik wat over boeren daarom vroeg hij me of ik wilde helpen met de pre-productie van zijn project. Het was een kleine klus, maar erg leuk om met hem samen te werken.

En zo begon het een beetje. Ik rolde een beetje in de projecten, maar het was een rare overgang van school naar werken vanwege Corona.

Na die eerste klus ben ik met verschillende banen begonnen. Ik kreeg een baan bij een podcastbedrijf en begon de fotografieproductie te doen voor de Bijenkorf. Die laatste baan kreeg ik door mijn oude baas in Kaapstad waar ik stage had gelopen, dus al met al ging het vrij vlot.

Ik denk dat de grootste overgang was toen ik na een jaar besloot te stoppen met de podcaststudio. En toen moest ik ook nog stoppen bij De Bijenkorf omdat het hele budget werd afgebouwd. Dus ik ging van twee zeer grote stabiele klanten naar helemaal geen klanten. Dat was een zware periode en het was een worsteling om terug te gaan naar freelancen zonder klanten. Ik kreeg veel hulp van twee van mijn vrienden die ook freelancen. Ook zij ervoeren dat de laatste maanden zwaarder waren. Door de recessie werd er flink in alle budgetten gesneden. Het is een behoorlijk competitieve wereld is en er zijn zoveel geweldige mensen die freelancen. Het is moeilijk om op te vallen.

 

Je bent een bijzondere producer omdat je zoveel verschillende projecten in verschillende industrieën hebt gedaan. Ben jij er al achter wat jouw grote liefde is?

Ik denk dat ik nu steeds bewuster ben van wat ik echt leuk vind en wat niet. Ik weet niet of ik mijn grote liefde of passie al gevonden heb. Ook omdat ik nog niet alles heb gezien. Ik ga nu mijn eerste korte film ‘Boezemkring’ met Equs doen, dat heb ik nog niet meegemaakt. Dus ik kan niet zeggen dat ik er 100% zeker van ben dat ik het al gevonden heb.

Maar ik weet wel dat ik absoluut dol was op modefotografie bij De Bijenkorf. Ik zou graag aan meer modefotografieproducties willen werken. Maar op een grote set staan vond ik ook geweldig. Toen ik mijn stage in Kaapstad deed stonden we op set met een crew van 40, 50 en 60 man. En daarnaast geniet ik van het doen van producties in verschillende landen. Ik hou van fotografie en video, maar ook van het interdisciplinaire kunstproject dat ik deed met een sociaal en duurzaam karakter. Ik denk dat het moeilijke daaraan is dat je daar geld voor moet hebben. Op dit punt in mijn carrière zou ik graag wat meer financiële zekerheid willen hebben voordat ik zo’n project weer op me neem. Het kost veel tijd en energie en je moet ook je huur kunnen betalen.

Maar wie wat er nog gaat gebeuren? Misschien pak ik na deze film met Equs al mijn koffers en ga ik naar Hollywood. 

 

Je gaat nu de volgende korte film voor Equs film produceren genaamd ‘Boezemkring’. Je werkt daar met klinkende namen als Ronald Giphart en Dieuwertje Blok. In hoeverre is het belangrijk dat zeer ervaren mensen hun tijd en energie willen steken in projecten waar nieuw talent een kans krijgt?

Ik denk dat dat heel erg belangrijk is. Ik vind het belangrijk om een ​​mentor te hebben of iemand die je dingen kan leren zonder dat zij je als een bedreiging zien. En ik denk dat, ook al sta ik nog aan het begin van mijn carrière, als ik iemand kan helpen die ook in dit werkveld wil komen of vragen heeft, dan doe ik altijd mijn best om ze te helpen. Een vriendin van mij die freelancer is, was onlangs ziek en ze vroeg me wat werk voor haar te doen. Ondanks het feit dat zij meer ervaring heeft dan ik kon ik haar toch helpen. Dat vond ik heel mooi. Ook vind ik het heel belangrijk om op verschillende expertiseniveaus mensen in de branche les te geven. Misschien ook omdat mijn ouders allebei leraar zijn, vind ik het erg belangrijk om mensen te helpen te vinden waar ze goed in zijn.

Maar ik ben nog jong en ik moet nog zoveel leren. Zo zijn alle producenten ook zo verschillend. Zoals de manier waarop Muriël van Equs werkt of de manier waarop Martina werkt of met wie ik ook heb gewerkt, ze zijn zo verschillend. En het is zo leuk om te zien hoe ze werken en ook de dingen op te pikken die je in je werkstijl wilt opnemen. Het is leuk om niet alleen de theoretische dingen in het vak te leren, maar ook te leren hoe je dingen aanpakt of hoe je omgaat met lastige situaties.

 

Wat zou je beginnende producers/makers adviseren?

Werk aan zoveel banen als je kunt, blijf bescheiden en probeer zoveel mogelijk verschillende mensen te helpen om de manier te vinden waarop je graag werkt. Wees je tegelijkertijd heel erg bewust van je eigen grenzen omdat het best een stressvolle baan is. Veel crisismanagement, dingen gaan op het laatste moment mis en jij moet het probleem oplossen. Probeer dus je hoofd koel te houden. Probeer je eigen grenzen te respecteren. Als een project niet goed voelt, doe het dan niet. Of als je het gevoel hebt dat je geen tijd hebt om iets te doen, bedenk dan misschien of je het zou moeten doen. Ik denk dat dat een belangrijke les is. Zeg niet overal ja op met misschien daardoor een slecht resultaat, want daar wordt niemand gelukkig en jij ook niet. Soms kan het meer kwaad dan goed doen.

Je wilt dat mensen je herinneren als iemand die hard heeft gewerkt en goed werk heeft geleverd.

 

Wat is jouw mening over fouten maken?

Als iemand mij vorig jaar deze vraag zou stellen, zou ik zeggen dat ik de verkeerde catering had besteld. Ik dacht op dat moment dat dat een grote fout was. Maar achteraf gezien viel dat natuurlijk wel mee. Maar het is belangrijk om over fouten te praten. Het is een feit dat er soms iets mis gaat. Maar de vraag is dan: hoe heb je het opgelost? En wat heb je daarvan geleerd? Ik denk dat het goed is om ook over de minder leuke dingen te praten. Zoals de paar maanden dat ik geen werk had toen ik als freelancer begon. Er zullen momenten zijn dat je niet werkt of je dat je vaak wordt afgewezen. Maar het is belangrijk dat je vertrouwen krijgt in het hele proces en je eigen capaciteit. 

 

Dan de vraag van onze vorige blog geïnterviewden; Alexa en Joao van kortfilmfestival Shortcutz:

“Wat zou je over 20 jaar willen horen van andere mensen over je werk?”

Over 20 jaar zou ik graag willen dat mensen mij aanbevelen. Als iemand een grote productie heeft, dat ze dan eerste zeggen: ‘Oh, je moet Lisa bellen, want als Lisa aan het werk is, wordt alles opgelost, wordt alles geregeld. Het wordt een goede productie en iedereen gaat veel plezier hebben en het wordt ook een mooie productie”. 

En daarnaast wil ik ook dat ze mij herinneren om de andere projecten die ik heb gedaan die waardevol zijn met een sociaal of duurzaam karakter. Ik zou graag de komende 20 jaar meer projecten doen die gericht zijn op het menselijke aspect of het duurzame aspect. En ik hoop dat we tegen die tijd een brug hebben geslagen met verschillende kunstenaars en disciplines om mensen te laten zien dat je kunst kunt gebruiken om problemen in de wereld helpen op te lossen.

Lees meer

Het eerste filmkoppel voor onze blog: Alexa & Joao van SHORTCUTZ!!!

Alexa Rodrigues was een actrice in het theater en op tv in Portugal. Ze is ook een Geo-Resources Engineer met een post-bachelor als business analist. Ze werkte acht jaar voor de op twee na grootste bank van Portugal, BPI. Op een dag besloot ze te stoppen met het bedrijfsleven en ging ze aan de slag als producer voor een van de grootste ngo’s in Portugal: Chapitô. Dit is een organisatie die door middel van circuskunsten helpt bij de reïntegratie van jonge delinquenten in de samenleving.

Op een avond nam een ​​vriendin haar mee naar ‘Polvo’, Lissabon’s eerste netwerk voor filmmakers, en kort daarna begon ze de organisatie te helpen met de productie van evenementen. Bij Polvo ontmoette ze Rui de Brito, de grondlegger van het Shortcutz-concept. Daarnaast produceerde Alexa verschillende korte films en muziekvideo’s met Portugese filmmakers.

Alexa heeft de afgelopen jaren al haar ervaring en kennis gebruikt om Shortcutz Amsterdam from scratch op te bouwen. Ze organiseert ook de wekelijkse Sessionz en is co-host voor de jaarlijkse Shortcutz Awards. Alexa is mede-oprichter en uitvoerend producent van Shortcutz Amsterdam.

João Rodrigues is een toegewijde professional met een sterke achtergrond in filmregie, cinematografie en montage. Gedreven door zijn niet-aflatende passie voor het maken van films, besloot hij zijn studies camera en montage voort te zetten in plaats van zijn diploma Burgerlijk Ingenieur af te ronden.

De afgelopen 12 jaar heeft hij het voorrecht gehad om aan verschillende projecten te werken, waaronder muziekvideo’s, korte films, speelfilms, animatieseries en bedrijfsfilms. João heeft het geluk gehad erkenning en verschillende onderscheidingen te ontvangen voor zijn camerawerk en montagevaardigheden. Daarnaast heeft hij de eer gehad te zijn uitgenodigd als gastdocent aan de New York Film Academy in Amsterdam en Mumbai, waar hij zijn kennis en expertise heeft gedeeld met aspirant-filmmakers.

João is mede-oprichter en creatief directeur van Shortcutz Amsterdam, een platform dat zich toelegt op het stimuleren van creativiteit binnen de filmindustrie.

Jullie zijn de initiatiefnemers en eigenaren van Shortcutz Amsterdam maar jullie zijn beiden Portugees. Hoe is dat zo gekomen?

Het was tijdens de crisis in Portugal en alle projecten waar we aan werkten stopten. We dachten na over hoe de toekomst eruit zou zien. Mijn beste vriend woonde toen een paar jaar in Amsterdam en nodigde me uit om een ​​week naar Amsterdam te komen. Ik vond het geweldig toen ik hier was en ik vertelde Joao dat ik hier graag zou willen wonen. Alles ging heel snel en we hebben echt geluk gehad dat we heel snel een huis konden huren.

We wilden Shortcutz opzetten als een side-project terwijl we aan andere dingen werkten. Maar het project ging heel snel en we verzamelden veel enthousiaste mensen. In het begin vertelde iedereen ons dat er niet veel platforms waren met Q&A’s voor de nieuwe Nederlandse filmmakers, dat gebeurde alleen op de gerespecteerde festivals. En we hadden veel mensen die zeiden dat het waarschijnlijk niet zou lukken, maar vanaf het beginwas iedereen echt geïnteresseerd. Ik denk dat het ook komt omdat de Amsterdamse geest ‘cultuurnieuwsgierig’ is en iedereen wil weten wat er aan de hand is met het nieuwe Nederlandse talent. Filmmakers zelf waren geïnteresseerd om deel uit te maken van een kleine gemeenschap en ik denk ook dat dit het beste visitekaartje is voor de Nederlandse film. En daarnaast is Shortcutz echt toegankelijk. Het was belangrijk om het niet super intellectueel te maken, maar het echt leuk, informeel, vermakelijk en ontspannen te maken, zodat iedereen zich op zijn gemak voelt om vragen te stellen. Gasten zijn altijd verrast door het aantal vragen dat ze krijgen op de Q&A, wat niet gebruikelijk is op veel festivals. En ook belangrijk; het is gratis. Alle Shortcutz-steden doen het. Het maakt deel uit van de Shortcutz-regels om precies dit te doen. Shortcutz is als een visitekaartje voor de nieuwe makers van de volgende generatie.

Jullie zijn de twee meest gepassioneerde mensen over Nederlandse korte films. Wat is julliedrijfveer?

De missie van Shortcutz is om de jonge generatie filmmakers te helpen hun film te laten zien. Ons korte filmfestival is voor opkomend talent en filmliefhebbers dat creativiteit en de filmmakers community viert. Maar ook om mogelijkheden te bieden aan jonge Nederlandse filmmakers een publiek te bereiken en de Nederlandse cinema nationaal en internationaal op de kaart te zetten.

We willen ook kansen geven aan de filmmakers zonder filmopleiding. Soms is de weg een beetje lastig voor ze. Het goede aan de filmschool is dat ze je daar ook veel netwerkmogelijkheden bieden. Dus als je studeert, bouw je al contacten op met scenaristen en regisseurs. Als je geen filmschool hebt gedaan, dan heb je dit allemaal niet. En juist die mensen hebben een zetje nodig. We vinden het leuk dat ons festival ook voor hen een goed platform is geworden, een soort representatief platform.

Daarnaast hebben we filmmakers succesvol zien worden en dat is het meest lonende deel van Shortcutz. Een van onze winnaars, een regisseur, schreef zijn eerste Netflix-serie en heeft nu een zeer succesvolle film in de bioscopen draaien. Dat soort dingen maken het allemaal de moeite waard.

Hoe denk je dat een wekelijks filmfestival gericht op Nederlandse korte films bijdraagt ​​aan de lokale filmindustrie en haar makers?

Het is een geweldige mogelijkheid om te netwerken. In een van de laatste sessies hadden we bijvoorbeeld Blender, een 3D-software die wordt gebruikt voor animaties, en een korte animatie gemaakt met Blender en die mensen zijn met elkaar in contact gekomen. Voor de volgende film gaan de regisseur en Blender waarschijnlijk samenwerken. Kansen ontstaan ​​tijdens de sessies. Ik herinner me een keer dat er een gast was die een film promootte en in het publiek zat Christopher Mack van Netflix. Hij wilde die avond gewoon een paar films kijken, hij kwam opdagen en ze maakten contact en ‘magic happened’.

Shortcutz is een ontmoetingsplaats. Het gebeurt elke week. Als je op dinsdag niets te doen hebt, kun je misschien iets komen drinken en heb je uiteindelijk bekende acteurs of producers in het publiek.

Welke veranderingen zou je aanbrengen in de kortefilmindustrie om nieuw talent een betere kans te geven?

Misschien minder regels. Minder meningen over hun scripts, vooral als ze beginnen. Ik geloof dat als je een miljoen euro in een film stopt, het anders is. Maar als je een filmmaker bent en gewoon wat geld vraagt ​​om een ​​korte film te maken, dan kook je over van nieuwe ideeën. Te veel meningen of hen dwingen dingen te doen terwijl ze alleen maar aan het experimenteren zijn, zal hen op de lange termijn geen betere filmmakers maken.

Mensen zullen fouten maken. Dus laat ze. Hoe meer fouten ze maken, hoe sneller ze leren. En ze kunnen ook iets brengen dat je nog nooit eerder hebt gezien. En als je ze inperkt, krijg je nooit de kans om te zien wat ze allemaal hadden kunnen doen.

Vooral als ze proberen een budget te krijgen. Normaal gesproken geven de fondsen adviezen over de scripts hier in Nederland. En ik vind dat ze dat niet moeten doen als de regisseurs beginnen. Laat ze in het begin een beetje met rust en als ze dan floppen en falen, dan kun je ze alsnog coachen en begeleiden.

Wat voor advies zou je aankomende filmmakers geven?

Het eerste advies is om te accepteren dat het leven van een filmmaker een leven vol ‘nee’s’ is. Je hoort de hele tijd Nee. Het maakt niet uit op welk punt in je carrière je staat. In het begin hoor je niets van fondsen omdat ze nog nooit van je hebben gehoord. Leren om een ​​dikke huid te hebben zal je helpen.

Het tweede advies is: Doe wat! Stop niet met het voeden van je creativiteit. Hoe meer je je creativiteit traint, hoe beter het zal worden. Zoals Kubrick zegt, het maakt niet uit of je studeert of niet. Diep van binnen gaat het er uiteindelijk om wie door de muze wordt gekust. Wie heeft het idee? Dus het leven van een filmmaker is daarnaar op zoek te gaan. Dan heb je natuurlijk de kennis nodig om het door te zetten of omring je met mensen met de kennis om het door te zetten. Maar het doel is om gekust te worden door de muze.

En dan de kettingvraag van schrijver Milou Rohde: Wat zeggen de korte films van Nederlandse makers volgens jou over Nederland?

Ik zie veel films met droge humor en er is ook een heel grote trend van het surrealisme. En ik denk dat dat helemaal met de Nederlandse cultuur te maken heeft. Soms zie je het meest ontwapenende ding met het meest serieuze gezicht, en het is zo grappig. Ik denk niet dat de Portugezen dit voor elkaar kunnen krijgen zoals de Nederlanders. En ook daarom past het surrealisme zo goed bij het land. Ik denk dat dat de dingen zijn die Nederlanders heel goed op tafel kunnen leggen. De uitdagende eerlijkheid, dat is iets oer-Hollands.

Shortcutz mag de kettingvraag stellen voor de New Talent-filmmaker van volgende maand; Lisa Ruseler. Lisa Ruseler’s biografie vermeldt een achtergrond in video, fotografie en andere kunstvormen.

Wat zou ze over 20 jaar willen horen van andere mensen over haar werk?

Lees meer

Milou Rohde

Milou Rohde (26 jaar) studeerde in 2019 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht met de korte film MOFFENMEID (2019, co-scenarist en regisseur Raymon Hilkman). De film won de Vers Awards 2019 publieksprijs en was o.a. geselecteerd voor het Nederlands Film Festival, Movies That Matter en GoShort. Haar eerste korte film na het afstuderen was de internationaal geprezen VLEKKELOOS (2021, regisseur Emma Branderhorst), waarmee ze de Mr. Zee Beste Scenario prijs heeft gewonnen. Ook heeft de film meerdere prijzen mee naar huis mogen nemen, waaronder de Kristallen Beer voor Generation Kplus beste korte film, de Grand Prix voor Regard Film Festival 2022 en was het de Nederlandse korte fictie film inzending voor de Oscars. Haar laatste korte film MANNENAVOND (2022, co-scenarist en regisseur Raymon Hilkman) was in samenwerking met BNNVARA ontwikkeld en online in première gegaan voor 3LAB. Ze ontwikkelt nu mee aan een High-End serie voor de KRO-NCRV met Pupkin en is samen met Rosita Wolkers en BIND film geselecteerd voor de eerste ronde van de Telefilm.

Milou gebruikt haar nieuwsgierigheid om scenario’s te schrijven. Het liefst vertelt ze verhalen over onderbelichte onderwerpen, vaak vanuit een vrouwelijk perspectief. Met haar werk onderzoekt ze de complexiteit van menselijke emoties en interacties, die niet altijd eenduidig zijn. Door opzoek te gaan naar luchtigheid binnen situaties maakt ze haar verhalen behapbaar voor de kijker.

Je bent een schrijfster met een duidelijke aandacht voor vrouwenzaken. Waarom vind je dat belangrijk?

In mijn pubertijd ontstond mijn interesse voor het feminisme. Ik ben hier veel over gelezen en mij erin verdiept. Daarnaast viel het mij op dat in films en series mannenfiguren en hun problemen centraal zetten. Al het beeld is gericht op de man. Het leven leek belicht te worden vanuit het mannelijk perspectief, zonder ruimte te geven aan de ervaringen van de vrouw.

Vind jij de korte film industrie in Nederland representatief voor het talent dat er is?

Ik denk dat Nederland een goede plek is voor korte film; er zijn diverse platformen, met verschillende stijlen en een diversiteit van makers. Er wordt naar mijn idee veel geëxperimenteerd met korte film, je heb meer de ruimte om wat te proberen en te falen. Er is veel durf en ambitie. Iets wat Nederlandse speelfilms wel vaker kunnen gebruiken. In de korte film industrie, net zoals alle plekken van de film industrie, moet je veel  geduld hebben. Een lange adem hebben dus.

Wat voor veranderingen zou jij in de korte film industrie doorvoeren om nieuw talent als jezelf een betere kans te geven?

Ik heb daar niet echt een mening over. Ik heb meerdere projecten mogen doen sinds ik 4 jaar geleden ben afgestudeerd. Ik heb al mooie kansen gekregen en ben daar mee aan de slag gegaan. Soms wanneer je midden in het proces zit, zie je niet dat het een kans is. Vaak heb je dat pas achteraf door.

Je hebt samen met Raymon Hilkman een prachtig scenario geschreven over moffenmeiden. Equs-Film heeft dat mogen co-produceren. Hoe heeft deze film jou geholpen in jouw carriere?

Ik ben nog steeds heel trots op Moffenmeid. Het schrijftraject met Raymon heeft mij veel geleerd. Iets wat ik nu altijd meeneem in mijn schrijfproces is vanuit welk perspectief vertel ik het verhaal? Is een ander perspectief interessanter? Dit heeft Moffenmeid gebracht. Daarnaast denk ik dat het een mooie film is om je eerste stappen te zetten binnen de filmindustrie, een prachtige start van mijn carrière.

De juiste (co)producent kan veel productionvalue brengen aan een project, zeker voor een film als Moffenmeid. En Equs film was net zo ambitieus als Raymon, waardoor er een betere film uit is gekomen.

De film ‘Vlekkeloos’ waar jij het scenario voor schreef doet het heel erg goed op de festivals. Wat is jouw advies aan Nieuw Talent die graag jouw pad zouden aflopen?

Je moet blijven geloven in jezelf, in jouw stem, in jouw werk en uiteindelijk kom je er dan echt! Blijf verhalen delen en schrijven. Natuurlijk voelt het soms zeer scheef om je filmportfolio te mogen vullen, mooie films te maken met aanzien en er niet van rond kunnen komen. Daar worstel je soms wel mee, ik ook. Ik werk parttime in de bibliotheek om te leven en dat is ook leuk. Neem je tijd, heb geduld. Het komt goed.

En dan de kettingvraag van creatief producent en entertainment consultant in Hollywood Marieke Oudejans.

Milou; je legt de nadruk op maatschappelijke en onderbelichte verhalen, vaak vanuit de vrouwelijke beleving. Een heleboel onderwerpen zijn nog onderbelicht; dat heeft te maken met het mannelijke perspectief dat we meekrijgen. Er zijn bijvoorbeeld een heleboel baarmoederziektes die veel te laat gediagnostiseerd worden, zoals Endometriose.  Ook ik vind het interessant om te schrijven over de grijze gebieden omdat niet alles zo zwart/wit is als mensen het proberen te maken. Mijn vraag aan jou is dan ook; Welk verhaal moet in dit verband absoluut nog verteld worden?

En een persoonlijke vraag: Als je één aspect uit jouw eigen leven tot een volgend scenario zou verwerken, welk thema of verhaal zou dat zijn?

Milou: Als filmmaker zijn mijn eigen ervaringen toch grote beïnvloeders in mijn werk. Op dit moment bevinden wij ons, als familie in een soort pre-rouwfase: mijn stiefmoeder heeft een erfelijke hersenaandoening, ziekte van Huntington; dit weten we al lang. Het is een slopende ziekte waarbij je hersenen teveel eiwitten aanmaken. Vlak voor de zomer zal zij afscheid van het leven mogen nemen. Rouw voelt intens onwerkelijk en ook fascinerend. Ik verwacht dat er een moment zal komen dat deze ervaring ook mijn stem zal krijgen en als verhaal naar buiten komt.

En dan de kettingvraag van Milou aan het meest belangrijke duo in Nederland voor de korte film, de eigenaren van Shortcutz Amsterdam; Alexa en Joao!

Wat vinden jullie dat de korte films van Nederlandse makers vertellen over Nederland?

Lees meer

Filmmaker van de maand; producent en entertainment consultant in Los Angeles MARIEKE OUDEJANS!!!

Marieke Oudejans is creatief producent en entertainment consultant in Los Angeles waar ze afstudeerde aan het MFA Producers Program van UCLA. Met haar productiebedrijf Mphasis Productions bedient ze een breed scala aan internationale tv en film cliënten die in de VS komen filmen. Daarnaast ontwikkelt en realiseert ze eigen films en documentaires, en geeft ze zakelijk en inhoudelijk advies aan entertainment professionals met Hollywood ambities.

Als freelance journalist is ze bovendien regelmatig actief als verslaggever, moderator en presentatrice van events. In 2010 richtte ze met het Consulaat in San Francisco de Holland Hollywood Connection op: een netwerkorganisatie voor Nederlandse Entertainment professionals die in of met Amerika werken. In haar eerste loopbaan werkte Marieke als afgestudeerd Politicoloog (UvA) enkele jaren bij (o.a.) de Immigratie- en Naturalisatiedienst, waar “het verhaal” vaak de grondslag vormde voor beslissingen en beleid. De wens belangrijke verhalen een breder platform te geven, stond centraal bij haar eigen beslissing om naar Hollywood te verhuizen.

http://www.mphasisproductions.com/

Je bent creatief producent en entertainment consultant. Wat heeft je doen besluiten in die wereld te stappen? 

Ik heb lang op twee gedachten gehinkt. Aan de ene kant trok de film-en toneelwereld mij enorm, aan de andere kant wilde ik graag studeren.

Ik heb vanaf jongs af aan veel tijd in het theater doorgebracht. Mijn moeder is toneelactrice, ik kreeg veel mee van de wereld voor en achter de coulissen. De vonk voor film sloeg over tijdens mijn middelbare school. Toen kreeg ik de kans om twee weken mee te spelen in een Amerikaanse speelfilm van Robert Altman. Deze werd in Nederland opgenomen. Ik was aanvankelijk een van vele figuranten, totdat ik werd gecast als edelfigurant en mee mocht naar de volgende locatie. Daar werd ik als het ware onderdeel van de cast. Zo kreeg ik goed zicht op het hele proces en rechtstreeks contact met de regisseur. Die nodigde me uit om naar de rushes te kijken. Ik denk dat daar de echte liefde voor film is ontstaan.

Maar uiteindelijk ben ik toch ook Internationale Betrekkingen gaan studeren in Amsterdam.

Je bent nu werkzaam in de heilige graal van film: Hollywood! Hoe ben je daar terecht gekomen?

De allereerste aanleiding was mijn bezoek aan het Cannes filmfestival waar de film van Robert Altman zou draaien. Na mijn eindexamen studeerde ik een jaartje in Montpellier. Vandaar ben ik met een studievriend naar Cannes gelift in de hoop de film te kunnen zien. Het was een spontane ingeving, we hadden geen cent en geen verblijfplaats voor ogen. Na een oncomfortabele rit op een varkenstruck stond ik wel binnen een paar uur letterlijk in een cocktailjurkje op een receptie met Isabella Rosselini. De internationale filmwereld leek opeens binnen handbereik.

Drie jaar later ging ik opnieuw, dit keer met een toneelvriendin, weer liftend, nu vanuit Amsterdam. We ontmoetten veel interessante mensen en raakten bevriend met een Amerikaanse producent die ik tien dagen lang de oren van zijn hoofd heb gevraagd over alle zakelijke aspecten van het filmmaken. Hij nodigde me uiteindelijk uit om stage te lopen bij de speelfilm die hij het jaar daarop in LA zou gaan draaien. Dit was allemaal nog tijdens mijn studie Politicologie.

Die periode in LA was een ongelooflijke eenzame maar ook leerzame tijd. Ik werd feitelijk aan mijn lot overgelaten in een kille macho omgeving waar niemand zat te wachten op enige creatieve inbreng van een Hollands meisje. Hoe anders was dat op de UvA! Maar ik hield mijn oren en ogen open, werkte keihard en gaf toch ongevraagd mijn mening waarmee ik gaandeweg een plekje wist te verwerven. Uiteindelijk vonden ze het jammer dat ik weer vertrok. Daar is het gevoel ontstaan dat ik in LA een kans zou hebben als ik ervoor zou gaan.

Na mijn studie werd ik ambtenaar bij de IND in Den Haag. Ik had beslis- en later internationale beleidsfuncties binnen het asieldomein en was altijd met verhalen bezig. Je zou kunnen zeggen dat de liefde voor verhalen de rode draad is in mijn loopbaan. Ik hoorde honderden verhalen van mensen die waren gevlucht uit hun slechte leefsituaties, tot in het diepste detail. Verhalen die het waard zijn om verteld te worden. Naarmate mijn verantwoordelijkheden op het werk toenamen, werd het steeds moeilijker om nog ruimte te vinden voor mijn passie voor film. Uiteindelijk dacht ik ’het is nu of nooit’! Als ik langer wacht ben ik zo gesetteld in Nederland dat ik het niet meer ga doen. Ik heb mijn baan opgezegd en ben gegaan.

Hoe heb je dan daar je weg gevonden?

Het was op zijn minst uitdagend. Je hebt een grote dosis toewijding, overtuiging en drive nodig. Na een lange voorselectie was ik blij verrast om te horen dat ik met elf anderen uit honderden aanmeldingen was uitgekozen voor het MFA Producers Program aan de UCLA School of Theater, Film and Television. Maar nu moest ik nog zien te overleven in een land waar ik niet mocht werken terwijl ik een onbetaalbare studie ging doen. De VandenEnde Foundation bleek bereid mij een beurs te geven gebaseerd op het kaliber van de opleiding en alle stukken die ik ter motivatie en toekomstplanning had aangedragen. Ik vond het ongelooflijk bijzonder dat zij met mij in mijn droom durfden geloven. Ze hebben mij financieel enorm gesteund, maar ook mijn moraal een boost gegeven.

Op een gegeven moment kan er een soort positief domino effect ontstaan. Wanneer had jij het gevoel in beweging te komen?

Dat begon eigenlijk al toen ik werd aangenomen op het Producers Program. Ik kreeg daar les van echte topmensen uit de industrie: de voorzitter van 20th Century Fox, het hoofd Marketing van Dreamworks, Oscar-winning independent producers, de financiële en legal experts van grote filmstudios, agents, managers, distributeurs enzovoort. Er lag een grote nadruk op verhaalontwikkeling en pitchen, we leerden alles over “packaging” en schreven eindeloos “story notes”. We lazen tientallen scripts die we tot op de zin ontrafelden. En we werkten aan echte projecten. Mijn mentor Fred Roos (producent van o.a. alle Coppola films) bood aan samen een speelfilm te produceren. Een niet te omschrijven kans. Ook werd ik geselecteerd voor een stageplek bij de Oscars. Die had ik altijd trouw gevolgd, midden in de nacht voor mijn televisietje in Amsterdam. Nu stond ik zelf vier maanden lang de producenten bij. Dat was een hele bijzondere maar ook rare gewaarwording. Ik moest mezelf regelmatig in de wangen knijpen. Tegelijkertijd begonnen er opdrachten binnen te komen vanuit Nederland. Ik kwam in de fase dat ik parttime mocht gaan werken binnen het vakgebied van mijn studie. Ik ben items gaan aanleveren voor programma’s in Nederland en gaan schrijven voor bladen; vanuit daar ging het stromen.

Inmiddels heb ik een uitgebreid palet aan activiteiten en opdrachtgevers. Hoewel er momenteel veel aanvragen binnenkomen, richt ik me dit jaar ook sterk op eigen projecten: o.a. een documentaire en een project gebaseerd op een pakkend boek waar ik me net aan heb verbonden. Daar ben ik heel enthousiast over.

Je bent ook Voorzitter van de Holland Hollywood Connection. Wat is dat?

De Holland Hollywood Connection heb ik samen met het Consulaat in San Francisco opgericht. Het is een organisatie, inmiddels verzelfstandigd, die Nederlandse entertainment professionals ondersteunt met adviezen en contacten binnen Hollywood. Uit de inhoudelijke events, de netwerkgelegenheden en het mentorprogramma dat we de eerste jaren boden zijn veel mooie kansen en samenwerkingen voortgevloeid.

In dat opzicht is het wel vergelijkbaar met wat Equs doet. Equs is een veel breder platform en richt zich op aankomende filmmakers om zichtbaarheid te geven aan hun talenten. Maar beide initiatieven zijn gericht op het delen van het netwerk om zo in de industrie op gang te kunnen komen.

Denk jij dat de korte film als aparte industrie belangrijk is als springplank voor nieuw talent?

Ja zeker. Je hebt nu veel meer platforms om je werk zelf naar buiten te brengen en internationaal zichtbaar te maken. De korte film leent zich hier uitstekend voor. Denk bijvoorbeeld aan Vimeo waar je als Staff Pick een extra stempel van goedkeuring (en dus veel extra views) kan krijgen. Ik heb zelf een korte docu geproduceerd die is opgenomen in de Op-Docs serie van de New York Times. Zo heb je er opeens een heel groot publiek bij. En dan zijn er nog alle festivals wereldwijd met korte film competities. Korte films zijn bovendien een uitstekende manier om een team op te bouwen waarmee je hopelijk een lange toekomst tegemoet gaat, en het is een goede indicatie van wat je in je mars hebt. Als je in weinig minuten met beperkte middelen een ijzersterk verhaal kan neerzetten, zegt dat veel over jouw kwaliteit als filmmaker.

Wat is je advies voor nieuw talent dat haar/zijn carrière graag internationaal zou willen uitbreiden?

Ga veel leren en ervaringen opdoen. Maak films, en maak deze zichtbaar. Investeer in je internationale netwerk. Volg internationale cursussen en opleidingen. Ik geloof enorm in de kracht van filmschool. Je krijgt niet alleen les, maar je smeedt daar ook je eerste samenwerkingsverbanden, niet alleen met medestudenten maar ook met docenten en mentoren. Ook leer je multidisciplinair te werken en dat is een verrijking voor je vak. Aan UCLA volgden we als producenten de development lessen samen met de scenarioschrijvers waardoor we van meet af aan leerden om samen ideeën en projecten te ontwikkelen. We werkten ook regelmatig samen met de andere disciplines binnen de film- en theaterschool. Mijn eerste projecten ontstonden daar.

Maar het belangrijkste is dat je zelf je kansen moet creëren, deuren moet zoeken en die moet durven open te trappen. Dat past goed bij de mentaliteit van de Amerikanen: je wordt gestimuleerd om te geloven in je gekke dromen. Je hoeft hier niet vanuit nuchterheid te denken.

En dan nog de kettingvraag van Nieuw Talent Ayla van Kessel:

Wat kunnen beginnende filmmakers leren van de ‘up and coming’ in Amerika en de cultuur daar?  

Wat zij specifiek van de Amerikanen kunnen leren is om meer kennis te nemen van de zakelijke kant. Ik merk regelmatig dat filmmakers hier met een mooie korte film komen, bijvoorbeeld dankzij een festival selectie, maar dat ze vervolgens niet goed weten hoe ze dat succes kunnen gebruiken om verder te komen. Dit geldt ook voor bijv. scenarioschrijvers, filmcomponisten en acteurs: Hoe maak je je talent zichtbaar? Hoe zorg je ervoor dat je netwerk zich aan jouw project verbindt? Ik heb hier veel acteerlessen gevolgd en daarbij was “the business of acting” altijd een vast onderdeel. Talent is een voorwaarde, maar uiteindelijk is het toch de combinatie van talent en zakelijkheid waarmee je jezelf in de kijker kan spelen.

Volgende maand interviewen we Nieuw Talent en schrijfster Milou Rohde. Wat zou je haar willen vragen?

Milou legt de nadruk op maatschappelijke en onderbelichte verhalen, vaak vanuit de vrouwelijke beleving. Welk verhaal moet in dit verband absoluut nog verteld worden?

En een persoonlijke vraag: Als ze één aspect uit haar eigen leven tot een volgend scenario zou verwerken, welk thema of verhaal zou dat zijn?

Lees meer

HET/ONS NIEUWE TALENT REGISSEUR AYLA VAN KESSEL!!

Eigenzinnige vrouwen op zoek naar vrijheid – dat is een terugkerend thema in Ayla’s films. Ayla van Kessel is scenarist en regisseur. Ze heeft een aantal kleine producties ook zelf geproduceerd en een libretto geschreven voor een kameropera die in 2024 de planken op gaat. Pas na haar studie Internationale Betrekkingen vond ze haar passie voor filmmaken en in 2017 werd ze aangenomen aan de Nederlandse Filmacademie. Op dit moment is ze bezig met een community film gebaseerd op een toneelstuk van Bertolt Brecht. En binnenkort start Equs Film de productie van de korte film “Boezemkring”, geschreven door Ronald Giphart en zijn dochter Tip Lammes, die Ayla zal regisseren.

Je hebt een bijzonder voortraject gelopen voordat je in de filmwereld terecht kwam. Hoe verliep dat pad?

Ik heb Internationale betrekkingen in Groningen gestudeerd, maar ik was altijd veel bezig met toneel en muziek maken en keek veel films. Toen ik mijn studie had afgerond was mijn vooruitzicht een kantoorbaan. Dat vooruitzicht trok me niet zo aan en daardoor ben ik gaan nadenken over hoe ik met mijn studie ook iets creatiefs kon doen. Dat heeft me op het pad gezet van de filmacademie omdat ik graag verhalen wilde vertellen.

Verhalen vertellen vind ik iets ontzettend moois. Je leeft je in in degene met wie je je identificeert, maar tegelijkertijd ook in de andere personages. Ik denk dat film (kijken en maken) een mens meer empathisch maakt. Ik ben zelf ook veranderd omdat ik me als maker moet inleven in allerlei verschillende personages. In mijn studietijd had ik een duidelijke mening en ideologie, maar ik benader mensen nu denk ik met minder oordelen omdat ik me meer inleef in de verschillende levens van allerlei mensen.

Wat is het moeilijkste als je nog naam wilt maken in deze industrie?

De mogelijkheid om te laten zien en bewijzen wat je in huis hebt.

In mijn tweede jaar op de filmacademie ben ik gesteund door een docent om een eigen project te gaan doen. Ik schreef een kort scenario over WOII verzetsstrijder Hannie Schaft (‘het meisje met het rode haar’). Samen met een toffe crew van studiegenoten en filmapparatuur van de academie heb ik de korte film vervolgens zelf geproduceerd en geregisseerd. Dit was voor mij een belangrijke test om te zien of dat wat ik in mijn hoofd had ook kon overbrengen naar het scherm. Ik kreeg de smaak enorm te pakken.

Het mogelijk maken en financieren van eigen films verschilt per project. In Zandvoort, waar ik woon, heb ik bijvoorbeeld een project voor elkaar gekregen via het Fonds voor Cultuurparticipatie en de lokale gemeente. Ik probeer elke keer op creatieve manieren de middelen vinden. Maar volgens mij blijft dat zo, ook als je wat meer gevestigd bent.

Jij gaat de volgende korte film van Equs Film regisseren die door dé Ronald Giphart en zijn dochter Tip geschreven is. Je hebt zelf ook nog mee geschreven aan het verhaal. Wat trok je aan in dit project? 

Vanuit Equs was er een oproep voor vrouwelijk regisseurs. Eerste vereiste was om een regievisie te schrijven. Dat heb ik gedaan en daarna volgde er een gesprek. Mijn visie bleek aan te sluiten op wat Equs en Ronald Giphart en Tip ermee wilden doen. Het is best een actueel onderwerp dat wordt aangesneden en daar hou ik van.

Het verhaal gaat over meerdere generaties vrouwen binnen een fictief damesdispuut dat 55 jaar geleden is opgericht om bepaalde conventies te doorbreken en op te komen voor de vrijheid van vrouwen. De film gaat over de verschillen tussen de oudere alumni van het dispuut en de huidige, jonge leden. Welke conventies zijn er nu om te doorbreken? En zijn de jongere meiden alert op het feit dat ze zelf misschien wel nieuwe conventies in het leven roepen? We leven nu in vrijheid en gelijkheid, maar vaak houden we alsnog onszelf en elkaar klein. Dat thema sprak mij aan. Het is een uitdagend script om te verfilmen met veel actrices tegelijk op de set.

Waar kan een bedrijf als Equs nieuw talent het beste mee helpen volgens jou?

Zij bieden de mogelijkheid aan makers die niet zelf alle middelen hebben om een productie neer te zetten. Samen deze film maken is voor mij een enorme stap. In de scenariofase heb ik inderdaad wat suggesties gedaan en meegeschreven. De feedback die ik kreeg dat het script hiermee echt verder is gekomen, geeft mij het gevoel dat ik aan het doen ben wat ik kan. Alleen dat al is een bevestiging, door het enorme vertrouwen dat ze mij geven.

Ik voel mij gesterkt door hun energie en hun netwerk en doordat ik onderdeel word van een productiebedrijf dat veel ervaring heeft. Ik geloof erin dat als je vertrouwen geeft, iemand beter wordt. Als je daarentegen ontzettend kritisch wordt bekeken, dan kun je ook niet je beste werk laten zien. Je wordt bij Equs omarmd en ze geloven in je.

Jonge makers in de filmindustrie zijn vaak al geholpen met een beetje geld. De subsidies die er voor filmproducties zijn, zouden misschien wel op een andere, vrijere manier verdeeld kunnen worden. Hoe mooi is het om meerdere potjes te hebben om in te zetten op goedkopere projecten zonder allerlei voorwaarden. De industrie kan verrast worden door nieuwe mensen en visies en de projecten stimuleren ontplooiing.

Waar ben je nu mee bezig?

Op dit moment werk ik met een leergierige toneelvereniging aan een film van dertig minuten, geïnspireerd op het toneelstuk De Goede Mens van Sezuan uit 1940 van Bertolt Brecht. Het wordt een modern sprookje waarin drie goden neerdalen op aarde om uit te zoeken of er nog wel goede mensen bestaan. Ik heb het stuk van Brecht bewerkt en naar de actuele tijd geschreven. Het gaat nu onder andere over de hoge energierekeningen en mensen die de kachel niet aan durven te doen. De vraag die door Brecht wordt opgeworpen is of je een goed mens kunt zijn en blijven in het geval van armoede en tegenslagen. Dit project is heel leuk om te doen door al het enthousiasme van de spelers en crew. Op 1 april gaat de film in première (geen grap!).

Wat zijn je ambities voor de toekomst?

 Ik wil graag scripts schrijven die op een bepaalde manier betrekking hebben op de huidige tijd. Daarmee verjaart een script best snel. Je schrijft iets geïnspireerd op wat er nu speelt maar voordat je financiering hebt kunnen regelen, is het momentum misschien alweer voorbij.

Ik ben nu bijvoorbeeld een paar jaar bezig om een roadmovie te realiseren die gaat over een jong stel dat buiten de maatschappij wil leven, in het gangbare systeem voelen ze zich nergens thuis. Het is geschreven vanuit een fase waarin ik zelf zat. De spontaniteit van een verhaal vertellen kan potentieel helemaal uit een film worden gezogen als er lange tijd tussen het idee en de realisatie zit. Mijn ambitie is dan ook dat de ideeën die ik heb een soort van vaart krijgen. Dat van de kiem van het idee naar de uitvoering op het grote doek in een veel kortere periode gebeurt. Ik weet niet of het haalbaar is, maar dat zou ik wel fantastisch vinden!

En nog de kettingvraag van geluidsman Olivier Rekers:“Ik zou graag willen weten waar Ayla haar leukste en meest ontroerende anekdote heeft opgedaan in de filmindustrie? Ik bedoel dan een specifiek voorbeeld wat haar het meest is bijgebleven. Want op de set en in de filmindustrie zijn altijd hele leuke verhalen.”

Wat mij misschien wel het meest ontroert zijn de momenten dat je ontdekt dat je een creatieve, bijzondere klik hebt met iemand. Het gebeurt bij mij geregeld tijdens repetities, als acteurs voor het eerst de tekst uitspreken, een personage eigen maken.

Een specifiek voorbeeld van een creatieve klik was tijdens de postproductie van Eredaad (de korte fictiefilm over Hannie Schaft). Ik had componist en violist Ernst Spyckerelle gevraagd om de muziek te schrijven. Hij stuurde een eerste versie toen ik op een hele drukke plek was, ik zat tussen allerlei mensen. Maar ik kon niet wachten en heb in volle concentratie geluisterd met koptelefoon op. Zat ik daar als eilandje in de drukte te luisteren naar muziek die recht mijn hart inkwam. Zijn muziek trok de film naar een hoger niveau. Onze smaak sloot op elkaar aan. Je kunt niet zomaar iedereen bij je project vragen, het is belangrijk om een creatieve klik te hebben. Onze samenwerking heeft een vervolg gekregen toen Ernst mij vroeg om het libretto te schrijven voor zijn kameropera. Die mag ik regisseren en komt volgend jaar in de theaters. Ontroering komt dan toch op onverwachte momenten…

En dan nog jouw vraag aan Hollywood presentatrice en producer Marieke Oudejans.

Wat kunnen beginnende makers in Nederland leren van de upcoming filmmakers in Amerika? Wat trekt jou zo aan aan de cultuur daar?

Lees meer

Uitsmijter van het jaar; geluidsheld Olivier Rekers!!!

IN THE BEGINNINGS met deze maand het Ervaren Talent geluidsman Olivier Rekers.

Olivier Rekers (1982) is sinds 2007 actief als freelance geluidsman voor film. Zijn universitaire opleidingen, Biologie en Psychobiologie heeft hij inmiddels achter zich gelaten. Wat als een hobby begon is inmiddels een bloeiende carrière geworden.  Olivier richt zich zowel op setgeluid, als postproductie/sounddesign  (fictie, documentaires en commercieel). Hij werkte o.a. voor de NPO, RTL, Disney/Fox en Netflix. En commercieel gezien ook voor o.a. Coolblue, ABN Amro en Aegon.

 – Welke hulp was voor jou cruciaal voor je carrière?

In het begin heeft mijn vriend Jur Oster geholpen, ik zie hem als een broertje. Specifiek in deze branche heeft hij mijn eerste klussen bezorgd. Eigenlijk heb ik van mijn hobby mijn werk gemaakt. Jur was destijds cameraman maar ook producent van filmprojecten. Hij wist dat ik in mijn vrije tijd bezig was met het bewerken van geluid en gaf aan dat hij mij wel wilde inzetten. Ik heb mij toen ingeschreven bij de kamer van Koophandel en daar is het eigenlijk allemaal mee begonnen. Wat betreft het leren van dit vak ben ik een persoon die niet snel iets vraagt, maar het liever zelf doet. Het meeste heb ik dus zelf uitgevonden en uitgevogeld.

Mijn carrière heeft ook een sprong gemaakt toen ik mijn vriendin heb ontmoet. Zij is actrice en kent dus het reilen en zeilen op een set. Zij snapt dus goed als ik soms moet overwerken. Als geluidsman wordt er op de set niet altijd rekening gehouden met je omdat je altijd onder de cameraman en de regisseur werkt. En je wordt vaak pas ergens bij gevraagd als een locatie al is gekozen. Dan hoor je bijvoorbeeld op deze locatie allemaal geluiden van vrachtwagens en dan ben ik degene die er achteraf op wordt aangekeken. Dit is wel eens frustrerend en dat kan ik bij mijn vriendin goed ventileren omdat ze in dezelfde sector werkt.

Ook mijn moeder was belangrijk voor mijn carrière. Ik ben blij dat ze niet helemaal overstuur is geworden toen ik met mijn studie ben gestopt. Ze was er niet heel blij mee, maar ze heeft mij niet keihard de wind van voren gegeven. Dit denk ik mede door het feit dat zij zelf ook ondernemer was en haar eigen spoor heeft gekozen. Het ondernemende deel heb ik van mijn moeder meegekregen.

En mijn vader was fotograaf. Misschien dat die creativiteit hierdoor enigszins in mijn genen zit. Ik ben toen ik jong was door hem meegenomen naar filmopnames en hij heeft me een handycam gegeven toen ik een jaar of zeven was. Hierdoor ging ik eigen scripts schrijven en verhalen produceren en daar is het zaadje wel geplant.

– Waar ben je zelf het meest trots op?

Ik heb niet persé een opdracht of een project waar ik trots op ben, ook omdat ik er niet van hou om mijzelf een schouderklopje te geven. Ik vind het wel goed dat ik zonder vooropleiding sta waar ik nu sta en doe wat ik doe. Ik ben klein begonnen, maar inmiddels heb ik voor elke NPO zender, Netflix en ook Amazon gewerkt.

Maar waar ik vooral trots op ben is dat ik nu veel klussen krijg met een maatschappelijke insteek. Ik heb een zegen dat ik goede betaalde klussen doe, waardoor ik ook klussen kan doen voor minder geld, die bijdragen aan de maatschappij.

De filmwereld is erg dichtgetimmerd en bestaat veelal uit witte mannen. Ik ben ook blij dat ik met juist andere filmmakers samenwerk, met andere achtergronden en culturen. Een specifiek project waar ik trots op ben en waar ik twee jaar geleden aan mee  heb gewerkt is de  documentaire: “Portret van een mislukt schrijver”. Deze is gemaakt door Joris Koptod Nioky, net als ik ook een jongen zonder opleiding en dat vond ik heel tof. Deze documentaire heeft op het Nederlands Filmfestival de filmprijs Utrecht gewonnen en daar ben ik best trots op.

– Wat is je grootste les geweest?

Geluid is politiek. Je kunt prachtige spullen hebben, je kunt alles helemaal hebben voorbereid, maar je bent ook afhankelijk van het team. Vroeger dacht ik: “Het is een beroep en je gaat aan de slag, hup je doet je ding!” In de praktijk moet ik met de cameramapersoon of gaffer (lichtpersoon) overleggen wat zij/hij gaat doen. Dat is de grootste les voor mij. Door dit soort uitdagingen is het werk elke keer anders. Ik ben niet alleen mijn trucje aan het doen, maar ik ben aan het managen zodat ik het beste geluid krijg. Dit is ook wat mijn werk leuk maakt, namelijk elke keer de uitdaging aangaan met het team (politiek bedrijven), om te zien wat ik uiteindelijk voor elkaar kan krijgen om de beste opname van het geluid te garanderen.

Bij sounddesign is mijn advies om de tijd te nemen en niet bang te zijn om dingen weg te gooien als het niet werkt. Ik vergelijk sounddesign met verven. Je kunt het zien als een canvas waarop je de smaak maakt van het geluid. Hier moet iets groens. En dan denk je: “Dit is het toch niet”. Dan moet je ook het rode penseel durven te pakken en proberen of dat de juiste keuze is.  Eigenlijk als een muziekstuk componeren we het geluid. Het kan zijn dat een stukje niet goed uitpakt, durf het dan weg te gooien en doe dan bijvoorbeeld het tegenovergestelde waardoor je twee verschillende opties hebt om de beste keuze te maken.

– Wat is je advies aan nieuwe makers?

Geluid is dus politiek bedrijven. Besef dat! Wees chill, wees rustig. En vraag vooral als je iets wilt weten op de set. Films maken is namelijk een team-effort. Een ander advies is om jezelf aan te leren hoe dingen technisch werken. Doe dit door zelf lekker te gaan googelen en bijvoorbeeld via YouTube filmpjes te kijken, zo kun je een hoop leren. Via facebookgroepen zijn er communities voor verschillende onderwerpen in ons vak. Elke dag lees ik of ik kijk een filmpje om zo bij te blijven, maar ook om te leren van de fouten die een ander heeft gemaakt.

En als je net begint, probeer dan zoveel mogelijk ervaring op te doen. Doe bijvoorbeeld mee aan een 48 hour filmproject te gaan doen. Het houdt in dat je binnen 48 uur een film mag maken. Je krijgt een genre, een prop, een zin en het begint met een team van schrijvers. Vanuit het script wordt dan een film gemaakt.  Dit is een goede manier om contacten op te doen in de filmindustrie en zeker ook in de fictie wereld, wat een vrij lastige wereld is om tussen te komen.

– Equs-film herinvesteert haar verdiensten in de maak van korte films om Nieuw Talent een kans geven. Jij doneert vaak je tijd en expertise om anderen te helpen. Waarom vind je teruggeven of helpen belangrijk?

Ik vind het heel belangrijk dat mijn werk ook iets voor de samenleving betekent, in plaats van dat ik alleen mijn brood ermee verdien. Zeker voor beginnende filmmakers, zeker voor iemand met een andere achtergrond, vind ik het zeer belangrijk dat ze geholpen worden.

De filmwereld blijft een gesloten wereld. In deze branche moet je altijd iemand kennen. Om mij heen ken ik veel mensen die prachtige verhalen te vertellen hebben, verhalen die ik niet op tv zie en ook niet in de bioscoop zie verschijnen. Als ik hen help, dan komt er iemand met een ander soort verhaal. Die prijs die wij bijvoorbeeld hebben gekregen bij het Nederlands Filmfestival, daar ben ik trots op, omdat dit een verhaal is met een andere achtergrond en een andere soort manier van vertellen. Ik vind dat er meer van dit soort verhalen moeten komen. Ik hoop er op om de gesloten filmwereld meer te doorbreken.

– Waar ben je momenteel mee bezig?

Ik ben altijd met duizend en 1 dingen tegelijk bezig. Nu tref je mij toevalligerwijs in december aan het einde van dit jaar. Commercieel gezien heb ik het meeste afgerond, er is nog 1 klus voor de NS waar ik mee bezig ben. Daarnaast ga ik een sounddesign doen voor een kinderfilm van Ydwer Bosma.

Ik ben ook bezig met voorbereidingen te treffen voor de film ‘Loverboy Amsterdam’.  Dat wordt een speelfilm in de bioscoop, de producent hiervan is Cyriel Guds. Hij heeft alles zelf gefinancierd en geregeld. Hij heeft eerst een zesdelige serie gemaakt over loverboys en deze serie overal gepitched. Maar hij werd overal afgewezen omdat hij geen film academie heeft gedaan. Ondanks dat deze serie op Youtube heel veel is bekeken, kreeg hij het dus niet voor elkaar om geld vrij te krijgen voor een vervolg. Daarom is hij is een crowdfunding gestart, waarmee hij 25 duizend euro heeft opgehaald. Ook krijgt hij nu geld via gemeentesubsidies. Hij gaat het dus weer helemaal zelf doen. Van deze film ga ik het sounddesign doen.

En ik heb het sounddesign gedaan voor de graphic novel ‘Afscheid’, die gemaakt is door Sam Yazdanpanna. Deze wordt binnenkort gereleased. Het gaat over de vlucht van een Iraanse jongen die veertig jaar gelden naar Amsterdam is gekomen. Hij beschrijft hoe hij via mensenhandelaren mee werd genomen vanuit Iran naar Turkije en uiteindelijk maar Nederland en wat er dan allemaal gebeurt.  Vanuit het Amsterdam Kunst fond is er geld vrijgekomen voor deze graphic novel. Het sounddesign is al helemaal afgerond. Dit heb ik gedaan voor een lager bedrag dan wat ik normaal betaald krijg, maar ik vond dat dit gedaan moest worden vanwege het onderwerp van de film. De maker vond het heel vet geworden, de novel bestond namelijk uit losgeknipte filmpjes en voor de handigheid  heb ik die allemaal aan elkaar geschoven. De maker vond dit zo gaaf dat hij er nu als vervolg ook een bioscoopfilm van gaat maken.

Dan hebben we nog de kettingvraag van DoP Jan van Ooijen voor jou.

Zeer zeker. Om te beginnen de belangrijkste persoon is mijn vriendin Lizelotte van Dijk. Mijn vriendin heeft haar eigen werk als actrice en we hebben samen drie kinderen. Ik ben meestal heel veel aan het werk, maar zij managet het om redelijk fulltime te werken, het huishouden te runnen en alles rondom de kinderen te verzorgen. Dat één iemand dat kan, dat vind ik bizar.

Ook Dennis Overeem en  Dewi Reijs zijn een inspiratie. Zij hebben samen de stichting ‘the buddy film project’. Daarmee helpen ze gevluchte filmmakers uit landen als bijvoorbeeld Syrië en Ethiopië. Als filmmakers moeten vluchten uit hun land, valt hun netwerk grotendeels weg. Zij helpen deze mensen door ze te koppelen aan Nederlandse filmmakers. Dennis en Dewi helpen daarnaast ook in hun privétijd ongelofelijk veel mensen. Dit betreft niet alleen filmzaken, maar ook privé zaken.

En dan hebben we nog een aantal mensen die ik niet onbenoemd wil laten.

Cyriel Guds; dat is de jongen die de film ‘loverboy Amsterdam’ gaat maken. Ik bewonder zijn ambitie en gedrevenheid. Dat vind ik mooi om te zien. Hij werkt erg hard en wanneer de fondsen hem niet willen, besluit hij dat hij het zelf op een andere manier voor elkaar gaat boksen.

Sam Yazdanpanna is een gevestigd filmmaker en werkt ook voor Stichting de Vrolijkheid.  Hij is gevlucht en heeft door het conflict in Iran een behoorlijk trauma opgelopen. Ik vind het daarom erg knap dat hij zich hier heeft opgewerkt en wat hij heeft bereikt in de filmwereld. Ook geeft hij vanuit stichting de Vrolijkheid kinderen in AZC’s een dag invulling. Hij voert hier creatieve projecten uit zoals films en muziek.

Chris Belloni en Antonij Karadzoski; zij werken voor het IQMF filmfestival. Chris heeft dit opgericht. Antonij is een werknemer die superhard werkt. Zij programmeren en ondersteunen o.a. films over homoseksualiteit, transgender en migratie. Zij geven hiermee andere mensen inspiratie. Ook hebben zij een subsidie gekregen van de Nederlandse overheid om op de Balkan Queer projecten te doen. Zij maken hier safe spaces, dit zijn fysieke ruimtes, waar queer mensen zichzelf kunnen zijn. Op straat worden ze misschien in elkaar geslagen, daar kan dat dus niet. Binnen deze safe places programmeren ze films en/of poëzie en geven ze workshops hierin. Kunst is naar mijn mening een manier waarop dit soort kwesties goed neergezet wordt en waardoor de doelgroep goed geholpen wordt.

– En nog de kettingvraag aan Nieuw Talent Ayla van Kessel die de volgende korte film van Equs gaat regisseren. Wat zou je haar willen vragen?

Ik zou graag willen weten waar Ayla haar leukste en meest ontroerende anekdote heeft opgedaan in de filmindustrie? Ik bedoel dan een specifiek voorbeeld wat haar het meest is bijgebleven. Want op de set en in de filmindustrie zijn altijd hele leuke verhalen.

 

Lees meer

Filmmaker van de maand: DP Jan van Ooijen

IN THE BEGINNINGS met deze maand DP Jan van Ooijen. Jan is sinds 2011 is werkzaam als cameraman voor film, televisie en commerciële projecten. Nadat hij is afgestudeerd aan de VEC te Arnhem heft hij gewerkt voor verschillende productiehuizen. Met deze ervaring op zak heeft hij de stap gezet naar freelance cameraman en mogen werken aan bijzondere projecten voor onder andere KLM, Scheidegger, BNNVARA, FOX internationals, NPO en NL film.
 www.janvanooijen.com

– Wat zie je zelf als de start van je carrière?

In 2011 was ik klaar met  mijn opleiding. Hierna ben  ik vrij snel in vaste dienst  gekomen bij 24 kitchen, een kookzender. Dit heb ik 2,5 jaar gedaan. Hier heb ik heel veel uren mogen maken, waar ik later profijt van heb gehad. Toen dit eindigde heb ik de stap gezet om freelancer te worden. Dit betekende dat ik een klein beetje opnieuw moest beginnen. Ik moest opnieuw klanten verzamelen en overal proberen binnen te komen. Dit bouwde zich langzaam op. In deze periode heb ik een paar leuke kansen gekregen en als camera assistent mogen meelopen. Hier en daar mocht ik zelf  ook draaien. Het loont als je elke keer hard werkt voor je klanten en klussen, dan wordt je sneller teruggevraagd. Daarnaast kwamen  er ook mensen op mijn pad, die mij kansen aanboden. Je moet het dus ook hebben van mond op mond reclame. Destijds in 2017 of 2018 mocht ik Spangas gaan doen. Een jeugdserie voor Zapp. De enige reden dat ik dit mocht doen was omdat een collega mij had aanbevolen. Hier ben ik erg dankbaar voor.

– Waar ben je het meest trots op?

Ik ben niet zozeer trots op een specifiek project. Ik ben trots op het netwerk dat ik heb. Veel klanten en collega’s zijn vrienden geworden en vrienden zijn collega’s geworden. Dit heeft mij veel werk opgeleverd, veel kennis bijgebracht en hierdoor heb ik veel lessen geleerd. Tussen mijn  21ste  tot 32ste levensjaar ben ik ontzettend gegroeid als mens en cameraman. Film is een vak dat leeft op passie, zonder passie gaan mensen niet 13 uur of 14 uur  op een dag met elkaar werken. Dit doe je niet alleen voor het geld, je wilt samen mooie dingen maken  en dat werkt verbindend. Op de set  kun je elkaar daar erg in vinden, als je bijvoorbeeld bedenkt hoe mooi iets kan zijn of worden. Reden dat mensen vaak dit werk met dezelfde mensen doen, omdat ze het werk mooi vinden en het met dezelfde passie uitvoeren.

– Wat is je grootste les geweest?

Dat 50 procent van het werk plaatjes maken is en de ander 50 procent dat je goed kunt communiceren. Dat je daarnaast ook open kunt staan voor andere mensen hun ideeën en films. Dat je niet eigenwijs moet zijn en een  tunnelvisie hebt: “Zo wil ik het!” Dat is de grootste les geweest. De helft van dit werk is dat je kunt communiceren, toegankelijk kunt zijn en kunt samenwerken. Ik was in het begin van mijn carrière niet heel erg  bescheiden. Ik had vaak het gevoel van: “Dit kan ik wel, dit klaar ik wel, dit ga ik wel even doen’. Op den duur leer je dat een klein beetje bescheidenheid je kan sieren. Je staat namelijk altijd tegenover iemand die iets weet, wat jij niet weet.

 – Wat is je grootste misser?

Wat ik anders zou doen, als ik de kans opnieuw zou krijgen en de  klok kon terugzetten?   Nog meer dan dat ik al deed, mensen assisteren. En minder snel zeggen: “Ik ben cameraman, ik ga het zelf doen, ik vogel het zelf uit.  In het begin van mijn carrière was ik heel snel. Mijn gedachte: “Ik ben cameraman als ik mij zelf lang genoeg zo noem, dan ben ik dat ook’. Achteraf gezien zou ik meer willen hebben assisteren en dienen. Ervaren cameramensen helpen zodat ik veel van ze kan leren.

– Wat is je advies aan nieuwe makers?

Ik denk wat in de filmindustrie geldt, geldt voor alles in het leven. Het gaat niet perse alleen op  voor cameramensen. Ga het doen! Ga dingen uitproberen! Ga meedoen aan een film wedstrijd! Ga op je bek! Ga iets maken wat in je hoofd zit en haal daar de lessen uit. Ga vooral aan de slag. Wacht niet totdat je het perfecte idee hebt of totdat je het juiste budget hebt. Zoek mensen van je leeftijd op en van je eigen ervaringsniveau. Enige manier waarop je iets leert, is door het fout of goed te doen. Wacht niet tot er iets op je pad komt, zorg dat jij degene bent die het initieert. Dat je je eigen vuurtje bent, die de lont aanmaakt!

– Is een bedrijf als Equs-film dat Nieuw Talent een kans geeft van belang voor nieuwe makers?

Jazeker! Wat EQUSFILM goed doet is, dat zij jonge mensen met minder ervaring naast wat ervarener mensen zetten. Waardoor je krijgt wat ik al eerder zei: “Dat je leert van ervaren mensen”. Je kunt heel veel gaan maken en draaien met mensen op je eigen niveau, daar leer je ook van. Af en toe is het ook goed om een project te doen met iemand die meer ervaren is. Die de dingen net even anders doet, waardoor je weer op scherp wordt gezet. Hierdoor vind ik het altijd leuk om met een nieuwe camerapersoon te mogen werken.

 Voor mij persoonlijk heeft Equs film mij nieuwe kansen opgeleverd en nieuwe mensen in mijn netwerk. Ik heb hier commerciële opdrachten mogen doen. En het laatste fictieproject bij Equsfim was erg  leerzaam, ik heb mijzelf hierdoor weer weten uit te dagen. Elk project heeft mij wel iets geleerd, wat zowel positief als negatief  kan zijn. Elk project geeft zijn lesstof, als je daar voor open staat kun je er altijd iets uit halen! Sommige projecten lijken heel simpel en recht toe en aan. Als je er dan eenmaal staat te draaien, kom je erachter dat zo’n project veel meer lagen heeft. Elk project waar je als cameraman aan toegevoegd wordt, is iemand zijn kindje. Iets wat haar of hem heel erg aan het hart gaat. Diegene heeft er geld en energie in gestoken om het van de grond te krijgen. Jij wordt daar in de belangrijke positie van cameraman aan toegevoegd. Dat is intiem en vertrouwelijk en dat moet je niet onderschatten.

– Waar ben je momenteel mee bezig?

Ik ben eigenlijk zoals altijd voor mijn eigen commerciële netwerk aan klanten bezig. Met een vrije academie in Amsterdam heb ik het afgelopen jaar een on demand video platform gestart met hun lezingen. Je kunt het zien als een soort Netflix, maar dan gericht op educatie. Tijdens deze opdracht heb ik veel lezingen mogen filmen en kunnen regisseren op mooie plekken in Amsterdam. Dit loopt nu nog steeds, omdat de content maandelijks wordt aangevuld. Hiernaast probeer ik zelf een korte film van 8 minuten van de grond te krijgen. Ik heb hiervoor samen met een vriendin een script geschreven. Via fondsen proberen we een startbudget krijgen. Het is een korte film waarin ik iets wil vertellen over hoe je je kwetsbaar kunt opstellen en bruggen kunt slaan. Tegenwoordig kun je snel in een kloof komen, met veel verschillende dingen. Als je een ander mening hebt, word je soms niet meer geaccepteerd. Als mensen het politiek gezien of ideologisch gezien niet met elkaar eens zijn, is het nog steeds mogelijk  om vrienden van elkaar te zijn en/of familie van elkaar te zijn. Er zijn altijd raakvlakken vinden. Ondanks verschillende opvattingen blijft het altijd mogelijk om met elkaar door 1 deur te kunnen gaan. Ik wil door middel van deze film laten zien, dat er altijd wel een brug te slaan is.

– Kettingvraag: Vraag Goof de Koning: Ik zou graag willen weten wat Jan heeft doen besloten om dit werk te gaan doen. Voor mij waren dit mijn opa en mijn vriendje Arnoud. Wat is voor Jan nou de reden om dit te gaan doen?

Ik wilde in mijn middelbare school periode al cameraman worden, toen ik 13 jaar of 14 jaar was. Ik had eerst niet door dat het maken van films, ook iemand zijn werk kan zijn. Toen ik dit door kreeg, kon ik het niet meer loslaten en wist ik: “Ik moet iets met dit vak gaan doen’. Dit besef kwam onder andere ook doordat ik de dvd van de Lord of the Rings had gekeken en zag hoe deze film gemaakt werd. Toen dacht ik: “Zoiets als dit, dat wil ik wel doen”.

Ik ben mijn hele leven al gek op films, ik had honderden videobanden als kind en daarna honderden dvd’s en blu-ray’s. Ik ga het liefst 1 keer per week na de film. Ik hou van film. Ik heb nooit iemand gehad in mijn omgeving die iets met film deed. Triggers kwamen dus van buiten af, bijvoorbeeld door de films die ik keek.

Ik wilde eerst regisseur worden, daar had ik een grote ambitie voor. Ik kwam erachter dat je als regisseur maar 30 procent van je werk op de set staat. De andere 70 procent ben je druk  met andere werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld fondsen werven en vergaderen. Ik  concludeerde toen: “Dit is het niet helemaal voor mij”. Als cameraman daar in tegen,  sta je 80 procent van de tijd op de set. Je bent de second in hand´,  naast de regisseur. Dat sloot meer aan bij wat ik wilde. Ik vind het namelijk erg fijn om mijn eigen visie ergens op te kunnen leggen, om iets moois en creatiefs te maken, om iemand zijn rechterhand te zijn en iemand van advies te kunnen voorzien. Dit vind ik de ideale combinatie, die terugkomt in mijn werk als cameraman.

– En nog de kettingvraag aan geluidsman Ervaren Talent Olivier Rekers. Wat zou je hem willen vragen?

Heb jij iemand in je nabije omgeving die je inspireert?

 

 

 

Lees meer

Filmmaker van de maand: DP Goof de Koning!!

IN THE BEGINNINGS met deze maand het Gevestigde Talent Goof de Koning; Cinematographer, Steadicam  operator en Cameraman extraordinaire!

https://www.goofdekoning.nl

 – Je hebt in Nederland al heel veel grote speelfilms op je naam staan, maar ook jij moet klein zijn begonnen

Ik had als kind al een zwak voor films. Dat kwam onder andere door de films van Steven Spielberg. Op de televisie was Battlestar Galactica en Starwars was net in de bioscoop. Met ons zakgeld kochten we filmrolletjes en met de camera van mijn vriendje Arnoud gingen wij de star wars poppetjes dan filmen. Maar de reden waarom ik helemaal geïnspireerd ben geraakt is mijn opa. Mijn opa was een amateurfilmer. Ik heb ook zijn oude camera nog gehouden. Hij heeft in de jaren 50 onder andere een familiefilm gemaakt, met de titel ‘de kinderroof’. De hele familie speelde hierin mee; mijn moeder, mijn ooms en tantes en ook mijn opa. Dat was een hele spannende boevenfilm. Elke keer als ik op bezoek kwam bij mijn opa en oma als kleine jongen, dan vroeg ik of ik die film mocht draaien. Dat was toen een heel gedoe, met een scherm en een projector. En jaren geleden, toen mijn kinderen nog klein waren, hebben we een remake gemaakt van die film. En nu is het idee dat mijn zijn zoon, die inmiddels ook camerman is, die remake nog en keer gaat maken.

. Heb jij bij de start van je carrière ook korte films gedaan en was dat belangrijk voor jou?

In mijn jeugd heb ik al heel veel eigen films gemaakt en geschreven. En het leuke was dat er in die periode heel veel filmwedstrijden voor amateurs waren. Ik heb dus heel veel films gemaakt, toen ik 15,16 en 17 was en daar won ik allemaal prijzen mee. Tot mijn verbazing, moet ik zeggen. Maar ik zag het meer als een soort inkomstenbron. Dan was de prijs een video lamp, een statief of een videorecorder. Dan dacht ik: ‘Mooi, dan kan ik weer mijn studiootje uitbreiden. Dan kan ik weer meer effecten doen’. En ik heb er enorm veel plezier van gehad. En de positieve feedback was een extra stimulans om er verder mee te gaan. En korte films; die maakte ik zeker wel. Veel later deed ik onder andere mee met het 48 hours project. Dan moet je in 48 uur met een heel team een film maken. Dat deed ik naast mijn gewone film werkzaamheden. Gewoon puur uit liefde voor het vak. En het was een mooie gelegenheid om te experimenteren en gekke dingen te doen.

– Welk opstapje, of hulp, is bepalend geweest in je carrière?

Ikzelf ben in het verleden door een aantal mensen geholpen en de juiste kant op geduwd. Maar uiteindelijk moet je het allemaal zelf moeten doen.  Je moet het zelf initiëren en moeite voor doen. Maar je hebt altijd mensen nodig die in jou een talent zien dus ik ben blij dat er mensen zijn geweest die in mij geloofd hebben en mij ook kansen hebben gegeven. En dat doe ik nu zelf ook. Als er mensen zijn die ik kan helpen dan probeer ik dat. Er is in dit vak heel veel concurrentie. Dat is niet erg, dat is juist goed. Ik heb in het verleden cameramensen mogen opleiden. Daar waar het kan neem ik nog altijd mensen mee die nog niet lang zo bezig zijn in dit vak maar die er wel passie voor hebben. Ze moeten dan wel echt wel hard werken, maar zo kan ik ze gaandeweg wel zoveel mogelijk uitleggen. Want ja, hoe leer je het anders? Je moet het gewoon doen. Als je zelf aan de slag gaat, dan ben je de architect van je eigen loopbaan. En je zal toch ook een beetje de Pipi langkous-mentaliteit moeten hebben.  “Ik heb het nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”

– Waar ben je het meest trots op?

Op mijn kinderen ben ik het trotst. Maar qua werk ben ik het meest trots dat ik nu op een punt ben dat ik voornamelijk dingen kan doen die ik heel leuk vind. Ik voel mijzelf heel rijk als ik weer een mooie productie mag maken. Of dat je gevraagd wordt voor een productie. Ik voel mij niet te goed voor de kleinere producties. Ik vind dat ook nog steeds ontzettend leuk. En natuurlijk is het ook wel heel leuk om te weten als er bijvoorbeeld 200 duizend mensen naar de bioscoop zijn geweest om naar jouw film te kijken. Dat doet best wel wat om te weten dat al die mensen met plezier naar de bioscoop zijn gegaan. Maar persoonlijke berichten vind ik echt heel erg bijzonder. Ik heb een keer bericht van iemand gehad die me bedankte. Ze zei dat zij al jarenlang in een depressie zat, maar dat hij na het zien van mijn film er zo blij uit was gekomen. Dat is voor mij heel leuk om te horen, maar ook voor het hele team. Je maakt zo’n film natuurlijk niet alleen, echt is een echte teamsport.

– Wat is je grootste les geweest? / Wat is je grootste misser?

Missers gebeuren altijd wel. We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat je vergeet de camera aan te zetten of dat er iets misgaat met het gedraaide materiaal. Maar dat hoort er ook gewoon bij. Mijn grootste les is wel “Never give up”. Leer van je fouten. En blijf vooral doorgaan. Dat is soms heel moeilijk. Zeker in de filmwereld omdat het een harde wereld is. In principe hebben ze je nodig omdat je iets goed kan, niet omdat je aardig bent. Ze willen kwaliteit en uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om geld. Maar als je ambitie is “Elke dag een beetje beter dan de dag ervoor”, dan kom je er wel. Je leert namelijk altijd bij. Ik word vaak verrast door jonge acteurs. Sommigen brengen vaak iets unieks. Dan komen er zulke pareltjes voorbij, dat je denkt: “Waar haal je het vandaan?’ Dat inspireert mij dan weer voor nieuwe aanpakken en nieuwe werkwijzen. Dat kan heel verfrissend zijn.

– Hoe denk je dat Equs-film Nieuwe Talent het beste kan helpen in hun carrière?

Ik denk dat het heel belangrijk is dat je mensen met talent koppelt aan mensen met ervaring. Want er is er zo ontzettend veel talent. Dat kan zijn op acteergebied, op camera gebied, op regie, op scenario, montage en licht en nog veel meer. Maar het doel moet niet zijn om die mensen te vormen naar de mensen die al gevestigd zijn.  Maar juist dat de nieuwe mensen geïnspireerd raken en hun eigen weg leren bewandelen. Talent moet juist de kans krijgen om zichzelf uniek te ontwikkelen. Zo zie ik dat.

 – Waar ben je momenteel mee bezig? / – Wat zijn je toekomstige ambities?

Ik ben net klaar met de nabewerking van de film ‘het feest van tante Rita’ die in december in de bioscoop komt. En op dit moment draait in de bioscoop nog steeds ‘huis op stelten’ en er is net twee weken geleden een nieuwe sinterklaasfilm gelanceerd ‘Gespuis in de speelgoedkluis’. Daarnaast ben ik druk in de voorbereiding voor een nieuwe speelfilm die we binnenkort gaan draaien. Dan weet ik al dat ik in februari een film ga draaien, in maart een buitenlandse film en  verder ben ik nog gevraagd voor 2 andere mooie uitdagende films komend jaar. En dan maak ik ook nog samen met documentaire maker Olaf Koelewijn documentaires over allerlei onderwerpen. Het is dus eigenlijk best wel heel erg druk. Maar ik vind het zo leuk! Het is bijna een way of life geworden.

 – Dan nog de kettingvraag van Nieuw Talent regisseur Marijn Liek voor jou:

Marijn: ‘Mijn vraag aan Goof is waar hij zijn inspiratie vandaan haalt voor nieuwe methodes om te werken. Ikzelf luister veel podcasts en ik kijk veel films, dat is natuurlijk een inspiratie. Als cameraman ben je natuurlijk iets technischer, misschien is er een bepaalde maker waar hij zijn inspiratie vandaan haalt.’

Goof: Ik lees heel veel op internet. Ik ben geabonneerd op heel veel groepen en artikelen. Ik ben altijd aan het kijken en lezen. Ik kijk heel graag films. Vooral ook nieuwe films van onbekende makers. En ik mag ik ook meedenken met de ontwikkeling van nieuwe apparatuur. Het is ontzettend leuk om in zo’n team te zitten en er een klein beetje bij betrokken te zijn. Artistiek gezien haal ik ook veel uit de natuur en kunst. Bijvoorbeeld hoe het licht valt in de ochtend. Maar ook hoe oude schilders het licht gebruikten in hun schilderijen. Ik heb voor Warner Bros een documentaire mogen maken van Rembrand en daardoor heb ik in musea met mijn neus op zijn schilderijen gestaan. Hoe is het mogelijk dat hij dat licht zo heeft kunnen vangen? Camerawerk is voor 200 procent licht. Vergelijk het met het zien van een prachtige een zonsondergang terwijl je een wijntje drinkt. Dat gevoel probeer je als cameraman te pakken.

– En dan mag jij nog een vraag stellen aan Nieuw Talent en vakgenoot DoP Jan van Ooijen:

Ik zou graag willen weten wat Jan heeft doen besloten om dit werk te gaan doen. Voor mij waren dit mijn opa en mijn vriendje Arnoud. Wat is voor Jan nou de reden om dit te gaan doen?

Lees meer

Filmmaker van de maand: Marijn Liek

Marijn was altijd al bezig met video’s maken en films kijken en raakte daar tijdens zijn studie Media & Entertainment Management nog meer in geinteresseerd. Wanneer hij een productiestage doet bij EQUS FILM (Voorheen IFAN) wordt het productievuurtje aangewakkerd. Na zijn HBO doet hij een master Film Producing in Cardiff UK en produceert hij de short ‘the Path we take’. Als hij terug in Nederland is sluit hij zich weer aan bij EQUS. Hij is daar verantwoordelijk voor de artistieke tak en samen met Muriël (Horst) beginnen ze vaker op hoger niveau korte films te produceren zoals ‘Screwed’ (Tim ‘Moffenmeid’ (Raymon Hilkman) en ‘De overkammer’ (Raymon Hilkman). Daarnaast regisseerde hij de korte docu ‘Wasim’ en begin  dit jaar ook de door hem zelf geschreven korte film ‘Komt een man bij de Bakker’ met in de hoofdrol Thomas Luyn.

 

– Je loopt al jaren mee bij EQUS FILM (voorheen IFAN) waarbij je als voorzitter van de EQUS ACADEMY de korte films van nieuwe makers begeleid. Hoe was het om voor het eerst zelf zo’n Nieuwe Maker te zijn?

Ik loop al 10 jaar mee, dus ik ken het bedrijf goed. Om zelf zo’n Nieuwe Maker te zijn was wel even anders. Het heeft een behoorlijk lang voortraject gehad door COVID. Ik denk dat Muriël van EQUS en ik drie jaar geleden hadden besloten dat we deze film zouden maken en dat ik het ook zou regisseren. Maar door COVID had ik dus wel even de tijd om er aan te wennen. Ik had ook al eerder een korte documentaire gedaan met EQUS, maar dat is toch echt anders dan fictie. Gelukkig had ik een cameraman die ik al goed kende, dus dat voelde allemaal heel goed. We hadden een klein team en gelukkig was iedereen heel enthousiast. Het hielp natuurlijk dat ik de set al ken vanuit een andere rol. We wisten van tevoren al goed wat we precies wilden en het waren ook niet de meest ingewikkelde opnames. Daarnaast hadden we een geweldige cast die heel goed mee werkten. En het vertrouwen wat ik van Muriël krijg is ook heel fijn.

 

– Welk opstapje is bepalend geweest in je carrière?

Ik denk zelf de korte film ‘Screwed’ (EQUS FILM 2018). Ik heb een jaar de master Film Producing in Cardiff, Wales, gedaan. Ik had daarvoor al stagegelopen bij EQUS FILM en toen ik terugkwam vroeg Muriël of ik weer wilde helpen om korte films te gaan produceren. ‘Screwed’ was eigenlijk het eerste project wat we hebben gedaan en het was ook best wel een pittig project. We moesten filmen op meerdere locaties, we hebben subsidies moeten aanvragen en we hadden een grote crew. Dat was veel werk, maar dat heeft er ook wel voor gezorgd om meer te gaan doen met EQUS. Ook heb ik op set een aantal mensen leren kennen, zoals Raymon (Hilkman) met wie we vervolgens een aantal films hebben gedaan. Dus dat was wel de film die het opzetje was naar het nieuwe EQUS en ook voor mij persoonlijk.

 

– Waar ben je het meest trots op?

Qua productie denk ik dat ‘Screwed’ zeker één van de projecten is waar ik heel trots op ben. Ook mijn afstudeerfilm ‘The Path we Take’ (2016) ben ik trots op. Die film heb ik gemaakt toen ik nog in Wales studeerde en daar moest ik alles helemaal zelf doen. We hebben het opgenomen in Frankrijk met een Nederlands/Belgische crew en Engelse acteurs, dus dat was heel veel. Ik was heel blij en trots dat alles goed is uitgekomen. Op dit moment ben ik trots op mijn laatste film ‘Komt een man bij de Bakker’ (2022). Mede ook omdat de aanloop ernaartoe zo lang was en we daardoor met veel tegenslagen om moesten gaan. Daarnaast heb ik het script zelf geschreven en voor het eerst de regie gedaan van een fictiefilm. Maar ik denk dat er niet één productie is waar ik het meest trots op ben, ik ben eigenlijk op ieder project altijd wel trots.

 

– Wat is je grootste misser?

Dat is natuurlijk een beetje lastig, aangezien er altijd mensen aan verbonden zijn. We hebben een paar jaar geleden een korte documentaire gedaan, ‘Wasim’, daar waren we heel trots op. Het is een mooi verhaal met een mooi karakter. Maar we hadden een lastige aanloop ernaartoe. Deze documentaire zou eigenlijk een afstudeerproject zijn van een student, maar die persoon bleef plotseling weg en toen heb ik op het laatste moment de regie heel snel moeten overnemen. Achteraf vind ik dat we daar meer tijd voor hadden moeten nemen, dan was het onderwerp beter tot z’n recht gekomen. En dat is achteraf wel jammer natuurlijk. Maar het is een leerproces en ik vind de film nog steeds hartstikke mooi en de boodschap van Wasim is ook heel mooi.

 

– Hoe denk je dat EQUS FILM Nieuw Talent het beste kan helpen in hun carrière?

Onze kracht is vooral dat we vaak met mensen werken die niet de filmacademie hebben gedaan. De filmacademie is heel goed, maar die mensen hebben vaak al een wat snellere weg naar de industrie en makers bij ons zijn vaak van de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) of hebben helemaal geen filmschool gedaan. Zij zijn vaak gewend om van niets iets moois te maken. Wij kunnen hen dan de ondersteuning geven die ze vaak na hun studie nodig hebben. Ook zijn er bij ons ervaren makers aangesloten en daar kan je als Nieuwe Maker natuurlijk erg veel van leren. We bieden een steuntje in de rug. Steeds meer mensen kennen EQUS FILM ook, we worden op steeds meer evenementen vertoont, dus dat helpt ook.

 

– Wat zijn je toekomstige ambities?

Met EQUS zijn we nu bezig een korte film van Ronald Giphart (schrijver) en zijn dochter en daar help ik aan mee. Daarnaast ben al een tijdje bezig met een animator omdat we ook graag een korte animatie wilden maken. Maar dat traject kost heel veel tijd. Ik heb het verhaal zelf geschreven en de animator is al bezig met het animeren. Maar het is een tijdrovend proces, dus het is moeilijk in te schatten wanneer dat af zal zijn. En misschien dat ik volgend jaar weer iets ga schrijven. Ik weet niet of ik per se ook weer iets wil regisseren, ik denk dat mijn kracht meer bij de productie en het schrijven ligt.

– Dan nog de kettingvraag van scenarist Lars Boom voor jou: Zijn er wel eens momenten dat je moedeloos bent en dat je denkt “waarom doe ik het nog?”

Moedeloos is misschien een beetje te groot woord, maar ik doe bijvoorbeeld ook vaak de distributie van onze films, dus het inzenden naar festivals. Dat is wel een heel moeilijk traject, er zijn zoveel festivals het is heel moeilijk om in te schatten waar je kans maakt. Daarnaast krijgen de meeste festivals honderden, soms duizenden, inzendingen en je moet er maar net tussenkomen. De films die wij maken zijn vrij commercieel en de meeste festivals zijn iets artistieker, dus dat is voor ons een nadeel. Uiteindelijk is het wel belangrijk dat je films maakt waar je zelf achterstaat. Maar het is soms wel frustrerend als je tien keer achter elkaar te horen krijgt dat je film niet geselecteerd is. Daar word je soms een beetje moedeloos van. Maar vervolgens heb je een reeks waarin je film veel wordt vertoond en dat motiveert dan weer. Zeker als je veel leuke reacties erop krijgt.

 

– En dan mag jij nog een vraag stellen aan Goof de Koning; DoP (camera) van vele Nederlandse films-en series.

Mijn vraag aan hem is waar hij zijn inspiratie vandaan haalt voor nieuwe methodes om te werken.

Ikzelf luister veel podcasts en ik kijk veel films, dat is natuurlijk een inspiratie. Als cameraman ben je natuurlijk iets technischer, misschien is er een bepaalde maker waar hij zijn inspiratie vandaan haalt.

Lees meer

Filmmaker van de maand: scenarist LARS BOOM

Lars Boom is een bekende Nederlandse scenarioschrijver, auteur, acteur, presentator en raadslid. Boom schreef scenario’s voor komedieseries als Zeg ‘ns Aaa, Oppassen!!!, Flodder en SamSam en dramaseries als Westenwind, Dok 12 en Sprint! Hij was tevens scenarist van films als Snuf de hond in oorlogstijd, Penny’s Shadow, Toen was geluk heel gewoon, Michiel de Ruyter, Apenstreken en Tuintje in mijn hart.

– Je bent zelf een bekende Nederlandse scriptschrijver en al heel lang betrokken bij EQUS FILM (voorheen IFAN). Vind je het belangrijk dat de ervaren makers de jonge makers ondersteunen en waarom?

Ja, zeer belangrijk. Omdat het namelijk ook omgekeerd werkt, daar denken de meeste mensen niet aan. De meeste jonge mensen zijn minder gestructureerd, maar het voordeel daarvan is dat je daardoor ook weer nieuwe ideeën kunt krijgen. Het werkt altijd vice versa, je werkt nooit 1 op 1. Dat is voor mij het meest belangrijke.

– Welk opstapje is bepalend geweest in je carrière?

Dat ik ooit voor de comedy Zeg ‘ns Aaa een spec script hebt geschreven en dat vonden ze goed. Op die manier ben ik toen de tv ingerold. Ik schreef daarvoor ook al voor theater. Theater krijg je makkelijker van de grond dan een film. Je moet meters maken met schrijven en dat kan in theater. Maar in TV of film is dat veel moeilijker, tenzij je bijvoorbeeld al op een filmacademie zit. Maar in principe zeg ik altijd tegen mensen dat als het niet lukt in film of TV, probeer het dan eerst eens in het theater. Vraag of mensen een stuk van je willen spelen zodat je het zelf kan voelen en zodat je leert wat goed werkt. In het theater kan je bijvoorbeeld bij een amateurclub eens voorstellen dat je voor hen eens iets gaat schrijven, zo simpel kan het zijn. Of wellicht kan je voor een cabaretier iets grappigs schrijven. Probeer buiten de gebaande paden te denken en werken en desnoods schrijf je bijvoorbeeld een gratis kolom voor een blad. Het maakt allemaal niet uit, maar schrijf, schrijf, schrijf! Maar je moet wel enorm gemotiveerd zijn om te schrijven want je moet begrijpen dat je er geen reet mee verdient soms. Dat is nou eenmaal zo. En dan moet je toch proberen door te schrijven en dat is heel lastig.

– Waar ben je het meest trots op?

Dat vind ik heel lastig, omdat dingen achteraf altijd beter kunnen. Achteraf leer je pas van je fouten. Maar ik ben gewoon blij dat ik schrijf. En dat er stukken gespeeld en gedaan worden van mijn werk en dat er films gemaakt worden van wat ik geschreven heb, daar ben ik trots op. Een film als Michiel de Ruyter (2015) is natuurlijk extra bijzonder omdat dat zo groots was. En dat dat gelukt is vind ik natuurlijk fantastisch. Maar er zijn ook andere films waar ik heel trots op ben zoals bijvoorbeeld Penny’s Shadow (2011). Dat is een film voor paardenmeisjes. Dat was een wereld die ik totaal niet kende, maar het is dan juist ontzettend leuk om in die wereld te duiken en daar een film voor te schrijven. Ik hou daar erg van.

– Grootste misser?

Nee, niet echt. Ik heb dat nooit omdat ik gewoon de consequenties aanvaar, dat het soms wel eens niet kan lukken. Dat ligt net zo goed aan jezelf als aan anderen. Jij maakt de keuzes. Ook al zou ik iets schrijven wat ik achteraf vreselijk vind, ik zou in dat geval nooit mijn naam daarvan laten weghalen. Omdat ik vind dat het de consequentie van je keuze is. Als het dan mislukt hoef je je daar niet voor te schamen. Het voordeel van al lang schrijven is dat je je niet meer zo snel gekwetst voelt. Ik denk dat dat ook belangrijk is, als schrijver zijnde moet je je ego niet zo belangrijk maken. Als je je ego heel belangrijk vindt, schrijf dan een boek of een gedicht of een song waar jouw ego het aller duidelijkste naar voren komt. Het is natuurlijk wel zo dat je altijd schrijft zoals je bent, je bent nooit ego-loos. Maar met ego en trots kan je heel veel dingen stuk maken. Als er iets niet lukt is het heel makkelijk om een ander de schuld te geven. Maar doe dat nooit. Probeer te ontdekken wat er bij jou lag en waarom je dan eigenlijk gekwetst was. Het gebeurt heel vaak, vooral in het begin van je carrière, dat je gekwetst wordt door kritieken. Door schade en schande word je wijs. Mensen die voor hun beroep kritiek geven op jouw werk doen dat alleen in veronderstelling dat het zo beter kan worden, nooit om je te kleineren of naar beneden te halen. Hoe je je kritiek verwoord is daarom heel belangrijk. Kritiek op de schrijver zelf hoort niet, ga dan persoonlijk in gesprek met die persoon.

– waar ben je momenteel mee bezig?

Ik ben nu bezig met het verhaal van een heel oud vliegtuig, de Pander Postjager. Dat speelt zich af in de jaren 30. Het is eigenlijk een vergeten vliegtuig tragedie uit de tijd van dat de vliegtuigen nog van  hout en linnen werden gemaakt.  Dat verhaal is op zich bekend, maar wat ik nu doe is research naar de politiek van die tijd. Dus ik probeer dit verhaal te plaatsen in de politieke wereld van Nederland van toen. Ik laat het karakter, een verzonnen karakter, een tegenbeweging zijn. In die tijd was er een gigantische crisis en de vakbeweging probeerde toen om de regering te bewegen om anders te handelen. Ik vind het heel interessant om dit verhaal in die tijd neer te zetten en er een karakter bij te hebben die net anders is dan de hoofdpersoon. Ik zoek echt de tegenstelling op in dit verhaal.

Dan hebben we nog de kettingvraag van visagiste Julia Warmerdam voor Lars.– Kettingvraag: Wat zou je nieuwe makers als les mee willen geven?

Vooral meters maken, veel schrijven! Ik zou ze willen meegeven dat ze niet te veel in de boekjes moeten lezen hoe je scripts zou moeten schrijven. Luister niet te veel naar de mensen die vertellen hoe je moet schrijven. Luister vooral eerst naar je intuïtie, dan merk je later wel of je structuur klopt van je verhaal. Als je problemen hebt met je structuur dan kan je altijd nog gaan lezen hoe andere mensen dat oplossen. Laat nooit je intuïtie wegdrukken door advies van anderen.

-Dan nog de kettingvraag voor beginnend schrijver-regisseur Marijn Liek; Wat zou je hem willen vragen?

Zijn er wel eens momenten dat je moedeloos bent en dat je denkt ‘waarom doe ik het nog’?

Voor iedereen is dat denk ik wel herkenbaar. De ene dag denk je ‘het is goed wat ik doe’ en de volgende dag denk je ‘waar ben ik mee bezig’. Om hier overheen te komen word ik de volgende dag gewoon weer wakker met een positieve mentaliteit en ga ik er gewoon weer voor.

 

Lees meer