Filmmaker van de maand: DP Goof de Koning!!

IN THE BEGINNINGS met deze maand het Gevestigde Talent Goof de Koning; Cinematographer, Steadicam  operator en Cameraman extraordinaire!

https://www.goofdekoning.nl

 – Je hebt in Nederland al heel veel grote speelfilms op je naam staan, maar ook jij moet klein zijn begonnen

Ik had als kind al een zwak voor films. Dat kwam onder andere door de films van Steven Spielberg. Op de televisie was Battlestar Galactica en Starwars was net in de bioscoop. Met ons zakgeld kochten we filmrolletjes en met de camera van mijn vriendje Arnoud gingen wij de star wars poppetjes dan filmen. Maar de reden waarom ik helemaal geïnspireerd ben geraakt is mijn opa. Mijn opa was een amateurfilmer. Ik heb ook zijn oude camera nog gehouden. Hij heeft in de jaren 50 onder andere een familiefilm gemaakt, met de titel ‘de kinderroof’. De hele familie speelde hierin mee; mijn moeder, mijn ooms en tantes en ook mijn opa. Dat was een hele spannende boevenfilm. Elke keer als ik op bezoek kwam bij mijn opa en oma als kleine jongen, dan vroeg ik of ik die film mocht draaien. Dat was toen een heel gedoe, met een scherm en een projector. En jaren geleden, toen mijn kinderen nog klein waren, hebben we een remake gemaakt van die film. En nu is het idee dat mijn zijn zoon, die inmiddels ook camerman is, die remake nog en keer gaat maken.

. Heb jij bij de start van je carrière ook korte films gedaan en was dat belangrijk voor jou?

In mijn jeugd heb ik al heel veel eigen films gemaakt en geschreven. En het leuke was dat er in die periode heel veel filmwedstrijden voor amateurs waren. Ik heb dus heel veel films gemaakt, toen ik 15,16 en 17 was en daar won ik allemaal prijzen mee. Tot mijn verbazing, moet ik zeggen. Maar ik zag het meer als een soort inkomstenbron. Dan was de prijs een video lamp, een statief of een videorecorder. Dan dacht ik: ‘Mooi, dan kan ik weer mijn studiootje uitbreiden. Dan kan ik weer meer effecten doen’. En ik heb er enorm veel plezier van gehad. En de positieve feedback was een extra stimulans om er verder mee te gaan. En korte films; die maakte ik zeker wel. Veel later deed ik onder andere mee met het 48 hours project. Dan moet je in 48 uur met een heel team een film maken. Dat deed ik naast mijn gewone film werkzaamheden. Gewoon puur uit liefde voor het vak. En het was een mooie gelegenheid om te experimenteren en gekke dingen te doen.

– Welk opstapje, of hulp, is bepalend geweest in je carrière?

Ikzelf ben in het verleden door een aantal mensen geholpen en de juiste kant op geduwd. Maar uiteindelijk moet je het allemaal zelf moeten doen.  Je moet het zelf initiëren en moeite voor doen. Maar je hebt altijd mensen nodig die in jou een talent zien dus ik ben blij dat er mensen zijn geweest die in mij geloofd hebben en mij ook kansen hebben gegeven. En dat doe ik nu zelf ook. Als er mensen zijn die ik kan helpen dan probeer ik dat. Er is in dit vak heel veel concurrentie. Dat is niet erg, dat is juist goed. Ik heb in het verleden cameramensen mogen opleiden. Daar waar het kan neem ik nog altijd mensen mee die nog niet lang zo bezig zijn in dit vak maar die er wel passie voor hebben. Ze moeten dan wel echt wel hard werken, maar zo kan ik ze gaandeweg wel zoveel mogelijk uitleggen. Want ja, hoe leer je het anders? Je moet het gewoon doen. Als je zelf aan de slag gaat, dan ben je de architect van je eigen loopbaan. En je zal toch ook een beetje de Pipi langkous-mentaliteit moeten hebben.  “Ik heb het nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”

– Waar ben je het meest trots op?

Op mijn kinderen ben ik het trotst. Maar qua werk ben ik het meest trots dat ik nu op een punt ben dat ik voornamelijk dingen kan doen die ik heel leuk vind. Ik voel mijzelf heel rijk als ik weer een mooie productie mag maken. Of dat je gevraagd wordt voor een productie. Ik voel mij niet te goed voor de kleinere producties. Ik vind dat ook nog steeds ontzettend leuk. En natuurlijk is het ook wel heel leuk om te weten als er bijvoorbeeld 200 duizend mensen naar de bioscoop zijn geweest om naar jouw film te kijken. Dat doet best wel wat om te weten dat al die mensen met plezier naar de bioscoop zijn gegaan. Maar persoonlijke berichten vind ik echt heel erg bijzonder. Ik heb een keer bericht van iemand gehad die me bedankte. Ze zei dat zij al jarenlang in een depressie zat, maar dat hij na het zien van mijn film er zo blij uit was gekomen. Dat is voor mij heel leuk om te horen, maar ook voor het hele team. Je maakt zo’n film natuurlijk niet alleen, echt is een echte teamsport.

– Wat is je grootste les geweest? / Wat is je grootste misser?

Missers gebeuren altijd wel. We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat je vergeet de camera aan te zetten of dat er iets misgaat met het gedraaide materiaal. Maar dat hoort er ook gewoon bij. Mijn grootste les is wel “Never give up”. Leer van je fouten. En blijf vooral doorgaan. Dat is soms heel moeilijk. Zeker in de filmwereld omdat het een harde wereld is. In principe hebben ze je nodig omdat je iets goed kan, niet omdat je aardig bent. Ze willen kwaliteit en uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om geld. Maar als je ambitie is “Elke dag een beetje beter dan de dag ervoor”, dan kom je er wel. Je leert namelijk altijd bij. Ik word vaak verrast door jonge acteurs. Sommigen brengen vaak iets unieks. Dan komen er zulke pareltjes voorbij, dat je denkt: “Waar haal je het vandaan?’ Dat inspireert mij dan weer voor nieuwe aanpakken en nieuwe werkwijzen. Dat kan heel verfrissend zijn.

– Hoe denk je dat Equs-film Nieuwe Talent het beste kan helpen in hun carrière?

Ik denk dat het heel belangrijk is dat je mensen met talent koppelt aan mensen met ervaring. Want er is er zo ontzettend veel talent. Dat kan zijn op acteergebied, op camera gebied, op regie, op scenario, montage en licht en nog veel meer. Maar het doel moet niet zijn om die mensen te vormen naar de mensen die al gevestigd zijn.  Maar juist dat de nieuwe mensen geïnspireerd raken en hun eigen weg leren bewandelen. Talent moet juist de kans krijgen om zichzelf uniek te ontwikkelen. Zo zie ik dat.

 – Waar ben je momenteel mee bezig? / – Wat zijn je toekomstige ambities?

Ik ben net klaar met de nabewerking van de film ‘het feest van tante Rita’ die in december in de bioscoop komt. En op dit moment draait in de bioscoop nog steeds ‘huis op stelten’ en er is net twee weken geleden een nieuwe sinterklaasfilm gelanceerd ‘Gespuis in de speelgoedkluis’. Daarnaast ben ik druk in de voorbereiding voor een nieuwe speelfilm die we binnenkort gaan draaien. Dan weet ik al dat ik in februari een film ga draaien, in maart een buitenlandse film en  verder ben ik nog gevraagd voor 2 andere mooie uitdagende films komend jaar. En dan maak ik ook nog samen met documentaire maker Olaf Koelewijn documentaires over allerlei onderwerpen. Het is dus eigenlijk best wel heel erg druk. Maar ik vind het zo leuk! Het is bijna een way of life geworden.

 – Dan nog de kettingvraag van Nieuw Talent regisseur Marijn Liek voor jou:

Marijn: ‘Mijn vraag aan Goof is waar hij zijn inspiratie vandaan haalt voor nieuwe methodes om te werken. Ikzelf luister veel podcasts en ik kijk veel films, dat is natuurlijk een inspiratie. Als cameraman ben je natuurlijk iets technischer, misschien is er een bepaalde maker waar hij zijn inspiratie vandaan haalt.’

Goof: Ik lees heel veel op internet. Ik ben geabonneerd op heel veel groepen en artikelen. Ik ben altijd aan het kijken en lezen. Ik kijk heel graag films. Vooral ook nieuwe films van onbekende makers. En ik mag ik ook meedenken met de ontwikkeling van nieuwe apparatuur. Het is ontzettend leuk om in zo’n team te zitten en er een klein beetje bij betrokken te zijn. Artistiek gezien haal ik ook veel uit de natuur en kunst. Bijvoorbeeld hoe het licht valt in de ochtend. Maar ook hoe oude schilders het licht gebruikten in hun schilderijen. Ik heb voor Warner Bros een documentaire mogen maken van Rembrand en daardoor heb ik in musea met mijn neus op zijn schilderijen gestaan. Hoe is het mogelijk dat hij dat licht zo heeft kunnen vangen? Camerawerk is voor 200 procent licht. Vergelijk het met het zien van een prachtige een zonsondergang terwijl je een wijntje drinkt. Dat gevoel probeer je als cameraman te pakken.

– En dan mag jij nog een vraag stellen aan Nieuw Talent en vakgenoot DoP Jan van Ooijen:

Ik zou graag willen weten wat Jan heeft doen besloten om dit werk te gaan doen. Voor mij waren dit mijn opa en mijn vriendje Arnoud. Wat is voor Jan nou de reden om dit te gaan doen?