Filmmaker van de maand: scenarist LARS BOOM

Lars Boom is een bekende Nederlandse scenarioschrijver, auteur, acteur, presentator en raadslid. Boom schreef scenario’s voor komedieseries als Zeg ‘ns Aaa, Oppassen!!!, Flodder en SamSam en dramaseries als Westenwind, Dok 12 en Sprint! Hij was tevens scenarist van films als Snuf de hond in oorlogstijd, Penny’s Shadow, Toen was geluk heel gewoon, Michiel de Ruyter, Apenstreken en Tuintje in mijn hart.

– Je bent zelf een bekende Nederlandse scriptschrijver en al heel lang betrokken bij EQUS FILM (voorheen IFAN). Vind je het belangrijk dat de ervaren makers de jonge makers ondersteunen en waarom?

Ja, zeer belangrijk. Omdat het namelijk ook omgekeerd werkt, daar denken de meeste mensen niet aan. De meeste jonge mensen zijn minder gestructureerd, maar het voordeel daarvan is dat je daardoor ook weer nieuwe ideeën kunt krijgen. Het werkt altijd vice versa, je werkt nooit 1 op 1. Dat is voor mij het meest belangrijke.

– Welk opstapje is bepalend geweest in je carrière?

Dat ik ooit voor de comedy Zeg ‘ns Aaa een spec script hebt geschreven en dat vonden ze goed. Op die manier ben ik toen de tv ingerold. Ik schreef daarvoor ook al voor theater. Theater krijg je makkelijker van de grond dan een film. Je moet meters maken met schrijven en dat kan in theater. Maar in TV of film is dat veel moeilijker, tenzij je bijvoorbeeld al op een filmacademie zit. Maar in principe zeg ik altijd tegen mensen dat als het niet lukt in film of TV, probeer het dan eerst eens in het theater. Vraag of mensen een stuk van je willen spelen zodat je het zelf kan voelen en zodat je leert wat goed werkt. In het theater kan je bijvoorbeeld bij een amateurclub eens voorstellen dat je voor hen eens iets gaat schrijven, zo simpel kan het zijn. Of wellicht kan je voor een cabaretier iets grappigs schrijven. Probeer buiten de gebaande paden te denken en werken en desnoods schrijf je bijvoorbeeld een gratis kolom voor een blad. Het maakt allemaal niet uit, maar schrijf, schrijf, schrijf! Maar je moet wel enorm gemotiveerd zijn om te schrijven want je moet begrijpen dat je er geen reet mee verdient soms. Dat is nou eenmaal zo. En dan moet je toch proberen door te schrijven en dat is heel lastig.

– Waar ben je het meest trots op?

Dat vind ik heel lastig, omdat dingen achteraf altijd beter kunnen. Achteraf leer je pas van je fouten. Maar ik ben gewoon blij dat ik schrijf. En dat er stukken gespeeld en gedaan worden van mijn werk en dat er films gemaakt worden van wat ik geschreven heb, daar ben ik trots op. Een film als Michiel de Ruyter (2015) is natuurlijk extra bijzonder omdat dat zo groots was. En dat dat gelukt is vind ik natuurlijk fantastisch. Maar er zijn ook andere films waar ik heel trots op ben zoals bijvoorbeeld Penny’s Shadow (2011). Dat is een film voor paardenmeisjes. Dat was een wereld die ik totaal niet kende, maar het is dan juist ontzettend leuk om in die wereld te duiken en daar een film voor te schrijven. Ik hou daar erg van.

– Grootste misser?

Nee, niet echt. Ik heb dat nooit omdat ik gewoon de consequenties aanvaar, dat het soms wel eens niet kan lukken. Dat ligt net zo goed aan jezelf als aan anderen. Jij maakt de keuzes. Ook al zou ik iets schrijven wat ik achteraf vreselijk vind, ik zou in dat geval nooit mijn naam daarvan laten weghalen. Omdat ik vind dat het de consequentie van je keuze is. Als het dan mislukt hoef je je daar niet voor te schamen. Het voordeel van al lang schrijven is dat je je niet meer zo snel gekwetst voelt. Ik denk dat dat ook belangrijk is, als schrijver zijnde moet je je ego niet zo belangrijk maken. Als je je ego heel belangrijk vindt, schrijf dan een boek of een gedicht of een song waar jouw ego het aller duidelijkste naar voren komt. Het is natuurlijk wel zo dat je altijd schrijft zoals je bent, je bent nooit ego-loos. Maar met ego en trots kan je heel veel dingen stuk maken. Als er iets niet lukt is het heel makkelijk om een ander de schuld te geven. Maar doe dat nooit. Probeer te ontdekken wat er bij jou lag en waarom je dan eigenlijk gekwetst was. Het gebeurt heel vaak, vooral in het begin van je carrière, dat je gekwetst wordt door kritieken. Door schade en schande word je wijs. Mensen die voor hun beroep kritiek geven op jouw werk doen dat alleen in veronderstelling dat het zo beter kan worden, nooit om je te kleineren of naar beneden te halen. Hoe je je kritiek verwoord is daarom heel belangrijk. Kritiek op de schrijver zelf hoort niet, ga dan persoonlijk in gesprek met die persoon.

– waar ben je momenteel mee bezig?

Ik ben nu bezig met het verhaal van een heel oud vliegtuig, de Pander Postjager. Dat speelt zich af in de jaren 30. Het is eigenlijk een vergeten vliegtuig tragedie uit de tijd van dat de vliegtuigen nog van  hout en linnen werden gemaakt.  Dat verhaal is op zich bekend, maar wat ik nu doe is research naar de politiek van die tijd. Dus ik probeer dit verhaal te plaatsen in de politieke wereld van Nederland van toen. Ik laat het karakter, een verzonnen karakter, een tegenbeweging zijn. In die tijd was er een gigantische crisis en de vakbeweging probeerde toen om de regering te bewegen om anders te handelen. Ik vind het heel interessant om dit verhaal in die tijd neer te zetten en er een karakter bij te hebben die net anders is dan de hoofdpersoon. Ik zoek echt de tegenstelling op in dit verhaal.

Dan hebben we nog de kettingvraag van visagiste Julia Warmerdam voor Lars.– Kettingvraag: Wat zou je nieuwe makers als les mee willen geven?

Vooral meters maken, veel schrijven! Ik zou ze willen meegeven dat ze niet te veel in de boekjes moeten lezen hoe je scripts zou moeten schrijven. Luister niet te veel naar de mensen die vertellen hoe je moet schrijven. Luister vooral eerst naar je intuïtie, dan merk je later wel of je structuur klopt van je verhaal. Als je problemen hebt met je structuur dan kan je altijd nog gaan lezen hoe andere mensen dat oplossen. Laat nooit je intuïtie wegdrukken door advies van anderen.

-Dan nog de kettingvraag voor beginnend schrijver-regisseur Marijn Liek; Wat zou je hem willen vragen?

Zijn er wel eens momenten dat je moedeloos bent en dat je denkt ‘waarom doe ik het nog’?

Voor iedereen is dat denk ik wel herkenbaar. De ene dag denk je ‘het is goed wat ik doe’ en de volgende dag denk je ‘waar ben ik mee bezig’. Om hier overheen te komen word ik de volgende dag gewoon weer wakker met een positieve mentaliteit en ga ik er gewoon weer voor.